Atlantic: reddingsoperatie olieslachtoffers Northern Rockhopper Penguin op Tristan da Cunha
29 May 2011 · 10594 × bekeken
Op 16 maart 2011 liep de vrachtboot MV Oliva met 65000 ton sojabonen van Brazilie op weg naar China, letterlijk op de klippen van het onbewoonde Nightingale Island, 30 km ten ZZW van Tristan da Cunha, een afgelegen eiland van 3km2 in de zuidelijke Atlantische Oceaan. De bemanning werd gered door de locals van Tristan. Er is een sterk gerucht, dat hier onkunde in het spel was: de kapitein zou de alarmsignalering van de radar uitgezet hebben. Het schip brak en verloor ca 1500 ton olie. Toen het Nederlandse cruiseschip "Plancius" op 13 april langs het eiland voer, was het schip al verdwenen onder de golven.
Duizenden zeevogels werden met olie besmeurd. Snel daarna kwam er een reddingsactie op gang, olv het RSPB ( Royal Society for the Protection of Birds) en werd een Zuid-Afrikaans schip (Switzer Singapore) van Kaapstad naar Tristan gedirigeerd, dat 5 april nabij Tristan voor anker ging. Aan boord waren een dierenarts en 5 vrijwilligers van Sanccob (Southern African Foundation for the Conservation of Coastal Birds). Door het slechte weer kon de groep Zuid-Afrikanen pas de volgende dag aan land, het materiaal nog enkele dagen later. Eerst werden duizenden schone pinguins gered, door te voorkomen dat ze in de met olie vervuilde zee gingen. Ze werden tijdelijk in hokken gehouden, met een schoonwaterbassin, totdat de olie geruimd werd. 3718 met olie besmeurde pinguins (die aan het einde van het broedseizoen waren) werden vervolgens van Nightingale en Inaccessible Island gehaald met lokale vissersbootjes en de Switzer, en naar het leeggemaakte zwembad op Tristan gebracht. Landingen op het rotsachtige Nightingale, dat geen landingsplaats heeft, waren zeer lastig door de sterke deining en wind.
De pinguins werden door de Zuid-Afrikanen en een groot deel van de lokale bevolking van Tristan (totaal ca 260 man en vrouw) schoongemaakt met bioafbreekbare zeep en verzorgd in lage kooien met vaak IR lampen als verwarming. Een tweede opvang werd gerealiseerd in de vrijgemaakte werkplaats van Tristan. Op 12 en 14 april heb ik in de loods met de vrijwilligers gesproken (oa met Katherine Herion, PSPB) en wat geholpen. De vogels kregen vitaminepillen en vis, alleen de zwakste exemplaren werden gevoerd met porties van 60 ml krachtvoer obv visolie. Het aanzien van de ergste olieslachtoffers, die niet bewogen om geen onnodige energie te verliezen en vaak niet meer konden staan, maakten me niet vrolijk. Bij gesprekken met de Zuid-Afrikaanse vrijwilligers, blijkt dat dit soort operaties voor de kust van Zuid-Afrika jaarlijks vele malen voorkomen (oa door recente olielekkages van de schepen Apollo Sea en de Treasure), vandaar ook de adequate hulp obv expertise met hun eigen lokale zwartvoet pinguin. De Zuid-Afrikanen zorgden ook voor de nodige logistieke oplossingen, visvoer en training voor de locals. De policy was om de schoongemaakte pinguins op te vetten tot minimaal 2 kg, een hele toer omdat de zwakste exemplaren vaak niet meer dan 1,3 kg wogen. Een positieve bloedtest (op oa bloedarmoede) en een check van de waterafstotendheid van het verenkleed in het zwembad zouden de volgende voorwaarden zijn voor terugzetten in zee.
De populatie van de pinguins in de Tristan archipel werd door locals geschat op 250,000 paar (99% van de soort broedt in de Tristan archipel).
Het aantal daadwerkelijk teruggezette pinguins is nu nog niet bekend, maar de sterfte van de 3718 opgevangen dieren zal zeer aanzienlijk geweest zijn, schattingen spreken over zeker 80%. De reden van de grote sterfte is, dat de olieramp gebeurde net toen de dieren aan het einde van de ruitijd waren, en daardoor verzwakt. Pinguins eten niet tijdens de rui. Ook door de zeer geïsoleerde ligging van Tristan is de reddingsoperatie met speciale voeding uit Zuid-Afrika pas 3 weken na de ramp goed op gang gekomen Op 14 april, telde ik in de 2 opvangen minder dan 450 exemplaren. Deze exemplaren zijn opgevet en schoon, maar kunnen nog niet uitgezet worden in open zee, omdat de donsgroei erg langzaam verloopt.
Northern Rockhopper Penguin Eudyptes moseleyi verzorgd door een van de Zuid-Afrikaanse vrijwilligers (Otto Plantema)
Er worden plannen gemaakt voor het opruimen van de olieresten. Over deze kosten en die van het pinguin project, wordt nog gebakkeleid, maar eigenaar en verzekeraar van de Oliva houden zich stil. De werkelijke impact van de olieramp zal pas duidelijk worden in het komende broedseizoen, dat in augustus start. Een eigen impressie van de schoonmaakactie is te zien op: http://www.pbase.com/otto1/tristan_da_cunha_2011. Meer foto's en achtergrondinformatie over de olieramp en de schoonmaakactie zijn te vinden op:
http://www.tristandc.com/newsmsolivatristan.php
Otto Plantema