Pakken wat je pakken kan
13 april 2009 · 8005 × bekeken
Ten opzichte van 2008 is de tactiek voor dit jaar niet gewijzigd. "Pakken wat je pakken kan", is het enige dat telt. Afgelopen week zijn er wel twee momenten geweest waarbij ik alerter had kunnen reageren. In de verwachting dat "de soort" toch wel zou blijven zitten, maakten we voor enkele uren een andere keuze. Beide keren is het goed gegaan, maar het schoot zeker door me heen dat er een moment zal zijn, dat ik er naast zit en dus bot-vang (of voor lul sta... 't is maar hoe je het wil noemen).
Vrijdag 10 april was bijvoorbeeld zo'n moment. Donderdag-avond kwam het bericht binnen van Spaanse mussen in de Eemshaven. We hadden juist afgesproken om vrijdag bij Kamperhoek te gaan tellen. Het weer was goed en de verwachtingen waren hoog gespannen. Na een kort bel-rondje besloten we gewoon te gaan tellen en "de piep" af te wachten. Vrijdag ochtend kwam na 45 minuten tellen al om 07.15 de bevestiging binnen dat de mussen er nog zaten. Voor ons het signaal dat "het wel goed zat" en we dus rustig konden doortellen. Op het eerste gezicht was het een prima beslissing. Rode en zwarte wouw, visarend, europese kanarie, Duinpieper, smelleken vlogen ons om de oren.
Luuk Punt was de boodschapper van een onzeker moment. Hij was "wel" rechtstreeks naar de Eemshaven gereden en kwam ons nu vergezellen op de Kamperhoek. Hij had in de vroege ochtend de Spaanse mussen aan het lijstje kunnen toevoegen, maar sindsdien ontbrak ieder spoor van de vogels. Na wat rondbellen bleken de vogels inderdaad sinds 09.30 verdwenen te zijn. In plaats van (af)wachten betekende dat voor ons juist om direct richting het noorden te gaan...hadden we dan toch verkeerd gegokt??? Nee, gelukkig niet! 1,5 uur later arriveerden we op de plek en ondertussen was al duidelijk geworden dat de vogels er nog zaten. Na wat geduld prijkte Spaanse mus als 371e soort op de lijst (we houden er meerdere bij).
Zondag 12 april was er een soortgelijke situatie. Terwijl we bij de kamperhoek stonden te staren naar een mistige lucht, en ondertussen heen en weer gereden waren naar Koereiger, werd een ringsnaveleend gemeld. Ditmaal aardig in de buurt, nabij De Bilt. Weer was de stelling: "och...die blijft nog "zeker" zitten. Misschien zelfs wel een paar weken". Een stelling die natuurlijk nergens op slaat en puur een loze aanname isnaar aanleiding van de ringsnavels bij Eijsden en Kamperhoek (vorig jaar). Net als bij de mussen op vrijdag, telden we rustig door en maakten we nog even een ommetje door de Oostvaardersplassen. 3 uur later (3 uur waarin de vogel rustig de benen had kunnen nemen) kwamen we bij de plas aan en legde ik het eendje als 222e soort vast.
Zowel met de mussen als met de eend is het goed gegaan. Maar het deed het motto..."pakken wat je pakken kan" absuluut geen eer aan.
Net als het motto, is ook de vaste club hetzelfde gebleven. Al een jaar lang weten we elkaar scherp (soms bijzonder scherp) te houden en trekken we dagen lang met elkaar op. Ik wil het niet laten lijken op een sport ofzo, maar desondanks zijn we ondertussen aardig op elkaar ingespeeld. Het gehele weekend voor dag en douw op- en onderweg en soms andere leuke dingen laten liggen, het vergt nogal wat. Honderden kilometers rijden voor een soort en dan snel weer door. Soms met totale tegenzin (als die Borhem het weer in z'n hoofd heeft gehaald om voor een lullige soort uren in de auto te zitten) en veel vaker met groot fanatisme.
De afgelopen week heeft een mooi beeld laten zien. Naast de Spaanse Mussen, Ringsnaveleend, koereiger en wouwen, kwam er ook zomaar een roodstuitzwaluw voorbij en lieten diverse zangertjes zich weer van hun beste kant horen. De teller staat momenteel ruim boven de 225 soorten.
Op de hop blijf ik voorlopig nog even hopen en ook voor het porseleinhoen moet ik nog iets beter m'n best doen. Wellicht lukt het om deze in de komende week bij te schrijven