De Atlantic Odyssey: van Sint Helena naar Ascension
29 april 2013 · Ruud van Beusekom · 10836 × bekeken
Atlantische Oceaan tussen Sint Helena en Ascension Island, 27 april 2013
De Plancius vaart met een snelheid van 11 knopen in noordwestelijke. richting, op weg naar Ascension Island.
Donderdag 25 april is onze laatste dag op Sint Helena. In de ochtend maken we een toeristisch tochtje over het eiland. We bezoeken onder andere de verblijven van Napoleon tijdens zijn ballingschap, die veel interessanter blijken dan ik van tevoren had ingeschat, vooral door de fraaie prenten die er hangen. Het zijn riante verblijven, met mooie tuinen met overdadig bloeiende exotische planten die indringend geuren. De enige inheemse vogels die we die dag op het eiland zelf zien zijn de Opaalsterns, die overal broeden, tot in tuinen toe. Maak je een wandeling door een bos, dan hangen ze ineens alarmerend boven je. Treurmaina's, Peaceful Doves, Mozambiquesijzen, Sint Helenafazantjes en Javaanse Rijstvogels zijn overal; als nieuwe soort mogen we de Madagascar Fody noteren. Ook doen we de Sint Helenaplevieren van Deadwood Plains nog even aan. De middag is bestemd voor een bezoek aan de botanische tuinen, waar we uitleg krijgen over het programma om de endemische plantensoorten van Sint Helena voor uitsterven te behoeden. Voordat de laatste Zodiac ons naar het schip brengt kan ik nog even zwemmen en snorkelen en vergaap ik me aan de vele soorten vissen die bij de kade zwemmen. Terug op het schip hoor ik dat er 's middag een White-tailed Tropicbird rond de Plancius heeft gevlogen. Als de Plancius rond een uur of vijf het anker licht nemen we met Sangria op het bovendek afscheid van Sint Helena. Maskergenten, Roodsnavelkeerkringvogels, Bruine Noddy's en Opaalsterns vliegen nog even met ons mee.
Vrijdag 26 april: een volle dag op zee.
De temperatuur stijgt tot dertig graden. We noteren over de hele dag slechts drie vogelsoorten. De leukste is een Kleinste Jager, een adulte vogel met fraaie lange staartpennen die over het schip strak naar noord vliegt. Hij volgt de trekkende Noordse Sterns, waarvan we er zes noteren. Een verre wolk steltloperachtige vogels zijn vermoedelijk franjepoten, wellicht Grauwe Franjepoten.
Zaterdag 27 april.
Weer een zeedag. Het wordt 32 graden, maar de wind en de wolkjes op zijn tijd maken het prettig om weer het grootste deel van de dag op het bovendek naar vogels te zoeken. Met zee is het net als met vuur. Je kunt er urenlang geboeid naar kijken zonder iets te zien. Uiteindelijk zien we 11 Noordse Sterns, 1 Kuhls Pijlstormvogel, 1 Wilsons Stormvogeltje en 3 White-bellied Storm Petrels - die we op deze hoogte niet meer zouden verwachten. De beloofde Potvissen blijven maar uit. De passagiers, waarvan het grootste deel niet naar vogels kijkt, doen wat ze meestal doen op dit soort dagen: praten, lezen, praten, kaarten, praten, slapen, praten, foto's uitzoeken, praten. Op het achterdek worden ter verkoeling twee Zodiacs met zeewater gevuld, waterijsjes gaan rond. Het lijkt wel vakantie.
Ascension Island, 29 april 2013
De Plancius heeft vanavond de reis hervat, van Ascension Island naar de Kaapverden.
Fregatvogels!
Als ik zondagochtend 28 april wordt gewekt is het nog vroeg: half zes. Buiten schijnt de maan, de zon is nog lang niet op. De Plancius ligt vlak voor Boatswain Island, een magnifieke vogelrots bij Ascension Island. We gaan hier bij dageraad het uitvliegen van de broedende zeevogels meemaken. Het is al warm, ondanks de wind. Bij het allereerste licht schuiven voor de maan al fregatvogels langs: Ascension Island Frigatbirds. Een endemische soort dus, die alleen op dit vogeleilandje broedt, met ca. 5000 paren. Op Ascension zelf zijn ze verdwenen door verwilderde katten, net als vrijwel andere zeevogels. Sinds enkele jaren is het eiland vrij van katten en recentelijk hebben de eerste fregatvogels zich er weer gevestigd. Als het licht beter wordt zien we wolken fregatvogels boven de rots. Daaronder zien we er duizenden op de nesten. Het zijn waanzinnige vogels, met de grootste verhouding tussen gewicht en vleugeloppervlak van alle vogelsoorten. Een al vleugel dus. Een "flying stomach", zoals onze expeditieleider Brent Houston hem treffend neerzet. Het lijkt een tamelijk slecht aangepaste zeevogel, zonder zwemvliezen of vet om zijn veren waterafstotend te maken. Er vliegen veel nieuwsgierige onvolwassen vogels rond het schip, haast op grijpafstand. Deze hebben een variabele hoeveelheid wit op kop en borst. We zien ook enkele adulte mannetjes, met de voor fregatvogels kenmerkende rode keelzak die ze tijdens de balts tot een enorme ballon kunnen opblazen.
Boobies
Maar liefst drie soorten genten vliegen rond. De talrijkste is de Maskergent, hiervan zijn er vele honderden. Tientallen Bruine Genten (Brown Booby) vliegen laag over het water, op weg naar de voedselgronden. Af en toe vliegen er Roodpootgenten (Red-footed Booby) in beide kleurfasen (bruin en wit) langs en vlak boven het schip. Overal zijn Opaalsterns en Bruine en Zwarte Noddy's te zien. Af en toe vliegt er een White-tailed Tropicbird langs. Een fantastisch mooie vogel, met een gele snavel en opvallende zwarte tekening op de bovenvleugel, die hem onderscheidt van de Roodsnavelkeerkringvogel. Ook hiervan zien we een enkele.
Dolfijnenpret
Voor de boeg van het schip liggen een stuk of tien Tuimelaars te wachten tot we weer gaan varen. Zodra we koers zetten naar de ankerplaats bij Georgetown zwemmen de Tuimelaars met ons mee. Iedereen hangt over de reling om ze te zien zwemmen en springen. Ze geven een geweldige show schoonzwemmen, waar bij ze bijvoorbeeld met zijn zessen synchroon uit het water springen, hoge sprongen maken, op het water klappen en half om hun as draaien tijdens de sprong. Het Dolfinarium is er niets bij. Als de Tuimelaars afhaken, komt er een nieuwe groep dolfijnen naar het schip: Pantropical Spotted Dolphins (Gevlekte Dolfijnen), die ook zin hebben in een potje "bow riding". Tussen de Gevlekte Dolfijnen zwemt plots een vijftal grotere dolfijnen. Dit blijken Snaveldolfijnen te zijn (Rough-toothed Dolphins). Een waar feest dus.
Rondje Ascension Island
Als de Plancius voor anker gaat voor het haventje van Georgetown, zien we met enige ongerustheid de enorme golven van een meter of zes hoogte aanrollen en beuken tegen de pier en de stranden. De ongerustheid blijkt terecht, want de autoriteiten op Ascension Island geven geen toestemming om te landen. Dit komt maar af en toe voor. Geen Groene Zeeschildpadden dus, geen bezoek aan de kolonie Bonte Sterns van 120.000 paar. We zijn bang dat ons bezoek aan het eiland helemaal in het water valt, want hoe zou het morgen zijn? De Plancius licht daarom het anker, we gaan om het eiland varen. We hebben daarbij weer dolfijnen rond de boot. Ook zien we een paar Groene Zeeschildpadden en tot onze vreugde een forse Hamerhaai. Er vliegen flinke aantallen Bonte Sterns langs als we de kolonie passeren. 's Avonds dobberen we weer voor Boatswain Island. Naast de soorten van vanmorgen zien we nu vele honderden Madeirastormvogeltjes, die zich opmaken om aan land te gaan als het straks donker wordt. Als we 's avonds bij Georgetown voor anker liggen, zien we als het helemaal donker is jonge, pas uit het ei gekropen zeeschildpadjes, die aangetrokken worden door het licht van de boot. Er zwemmen ook tientallen vissen rond, van een kleine haaiachtige soort. Dolfijnen jagen ook rond het schip; ze puffen als ze boven komen om te ademen en kekkeren ook soms.
Groene Zeeschildpadden
Maandag 29 april. Bij het krieken van de dag kunnen we vanaf de Plancius met een telescoop nog net de laatste Groene Zeeschildpadden zien die over het strand hun weg naar zee zoeken. Overal zijn de sporen te zien van de schildpadden die er de afgelopen nacht hun eieren in het zand hebben gelegd. Ze komen helemaal uit de kustwateren van Brazilië om hier op Ascension Island eieren te leggen. Eeuwenlang zijn de schildpadden gedood voor hun vlees, tot in de jaren vijftig van de vorige eeuw. Dit heeft ze tot aan de rand van uitsterven gebracht. Door bescherming zijn de aantallen weer op een redelijk niveau, maar nu worden ze bedreigd door onder andere klimaatverandering en verstoring op de broedstranden.
Wachten tot we mogen
Hoewel de wind is afgenomen, zijn ook 's morgens de golven en de deining te gevaarlijk om te landen op Ascension Island. De autoriteiten geven ons nog geen toestemming, en steeds moeten we wachten tot de deining misschien minder wordt. Rond het schip is het betrekkelijk rustig. Er zwemt een fraaie Groene Zeeschildpad vlak langs de Plancius. Masker- en Bruine Genten vliegen langs, net als groepen Zwarte Noddy's en af en toe een Opaalstern of een Bonte Stern. De fregatvogels zijn wel steeds present. Ze blijven de branding afzoeken naar jonge zeeschildpadjes. Diverse keren zien we fregatvogels vechten om pas gevangen zeeschildpadjes, waarbij de beestjes soms meters door de lucht vliegen.
Bliksembezoek aan Ascension
Rond half vijf in de middag mogen we eindelijk aan land. Dit is een spannende aangelegenheid omdat de deining bij de pier soms nog vele meters bedraagt en het dus een hele toer is om iedereen veilig uit de Zodiacs en op de pier te krijgen. Dit lukt, maar er is nog maar een uurtje de tijd om op Ascension rond te kijken. Qua vogels is het een trieste boel; een paar exoten (Treurmaina, Mozambiquesijs), dat is alles. De excursie naar de kolonie Bonte Sterns sneuvelt, en omdat we vanavond echt weer moeten gaan varen, zullen we ook geen zeeschildpadden op het strand zien. Rond zessen licht de Plancius het anker. Vijf zeedagen voor de boeg: de laatste etappe van de Atlantic Odyssey.
Ruud van Beusekom
Discussie

Menno van Duijn
·
3 mei 2013 08:24
Gebruikers van het forum gaan akkoord met de forumregels.