Reisverslag Kazachstan deel II
9 October 2011 · 24417 × bekeken
Dit is het verslag van de Birdingbreaks.nl reis naar Kazachstan van 5 t/m 20 mei 2011. Deze reis is in samenwerking met Dutch Birding georganiseerd. Leden van de DBA kregen EUR 50,- korting op deze reis. De vogels van Kazachstan zijn met name voor Nederlandse vogelaars erg interessant omdat veel van de zeer tot de verbeelding sprekende zeldzaamheden van de WP hier voorkomen. Het verslag is geschreven door deelnemer Bart Huijzers.
Vrijdag 13 mei
We verlaten in de vroege morgen ons verblijf en maken een stop bij Aydarly, een plaats gelegen midden in de Taukum woestijn met veel groen. In de hagen van bomen en struiken herbergen zich Siberische Tjiftjaffen, Humes Bladkoningen, Grauwe Fitissen, Grauwe Vliegvangers, Roodmussen en een enkele Turkestaanse Klauwier. De tocht gaat verder en we maken weer een stop bij de Wishtree. Een ringtail komt langs vliegen en wordt later aan de hand van foto's gedetermineerd als Grauwe Kiekendief. Een oplettend oog levert een overvliegende Aziatische Wespendief op. Via het Sorbulak meer en Almaty gaan we de bergen van het Tien Shan gebergte in, om daarop volgend het nationale park Ili-Alatau te betreden. Hier zullen we de komende drie dagen verblijven. We zijn aangekomen in een totaal ander landschap en habitat. We zullen op een hoogte van circa 3000 meter overnachten, dit is ook te merken aan de soorten. Gedurende onze rit naar het verblijf zien we Bruine Heggenmussen, Aziatische Waterspreeuw, Spiegeldikbekken, Roodvoorhoofdkanaries en hoog uit de bergen klinkt de zang van het Himalaya Berghoen welke ons naar het einde van de dag brengt.
Zaterdag 14 mei
Staat er een 4-wiel aangedreven busje op ons te wachten om naar een nog grotere hoogte te gaan. We worden naar een oud Russisch onderzoeksstation gebracht op circa 3800 meter. Hier aangekomen bevinden we ons in de sneeuw en genieten van een prachtige uitzicht. Rond het onderzoeksstation zien we een Altaiheggenmus, Witkruinroodstaarten, Alpenkraaien, Alpenkauwen, Tapuiten, Rode Rotslijster, Mantelroodmus en Hodgons-bergvinken. Gedurende de afdaling terug naar het verblijf zien we nog een Lammergier, Zwartborstnachtegalen, Waterpiepers en na wat speurwerk vinden we een Himalaya Berghoen op zijn zangpost. Na een heerlijke lunch gaan we verder naar beneden. Hier bevindt zich een meer wat dient als reservoir voor het smeltwater wat uit de bergen komt. Rond het meer bevinden zich Waterspreeuwen, Zwartkeelheggenmussen en Spiegeldikbekken. Bij het bekijken van een zeer grote kiezelbank, op grote afstand, wordt een mogelijk Ibissnavel gezien, om zeker van onze zaak te zijn moeten we toch dichterbij komen. Na het meer rondgelopen te hebben wordt onze waarneming bevestigd door een alarmerende Ibissnavel. Fantastisch! De hoogte is goed merkbaar, niet alleen conditioneel, maar ook qua temperatuur. De avond valt en het koelt hard af, maar met een bijzonder goed gevoel.
Het verlaten Russisch onderzoekstation op 3800m hoogte (Bart Huijzers)
Zondag 15 mei
Zijn de eerste berghoenders alweer te horen. We lopen door een vallei, net gelegen achter het verblijf, waar op de berghelling de zang van Zwartkeelheggenmussen, Zwartborstnachtegalen, Mantelroodmussen en Humes Bladkoningen klinkt. De zangvogels worden opgeschrikt door een jagend Smelleken. Er wordt stevig gezocht in het dichte struikgewas en niet zonder resultaat. We krijgen prachtig Geelbuikfitissen, Goudhaantje, Evermann-roodstaart en twee Struikhaantjes te zien. Gezien het feit dat dit deel wat meer van de conditie verlangt wordt besloten om de middag wat rustiger in te delen. We gaan met de auto naar beneden en stationeren ons op een rustige plek. Het duurt enige tijd voor een vogel wordt gezien, maar het is ook gelijk goed raak, een mannetje Blauwkoproodstaart. Niet veel later is een mannetje Havik zijn balts aan het uitvoeren boven één van de bossen op de bergen. In de bosrand zitten een aantal Tien-shan Matkoppen. De dag wordt afgesloten met een Chinese Fluitlijster!
Maandag 16 mei
Staan we om 4 uur in de morgen buiten. Het is nog donker maar toch vertrekken we naar een iets lager gelegen deel in het park. Bij eerste stop wordt meteen duidelijk waarom we er zo vroeg uit moesten. Een Goudlijster zit luidt te zingen met dieper in het dal een roepende Ruigpootuil. Ondanks dat het lijkt dat de Goudlijster dichtbij zit is hij zeer moeilijk te lokaliseren. Als we de boomtoppen afzoeken, welke als silhouetten afsteken tegen de heldere sterrenhemel, zit er in één van de toppen een grote lijsterachtige vogel. Hoogstwaarschijnlijk onze Goudlijster. De zon begint langzaam op te komen en de eerste vogels beginnen met hun zang. Bij het bergbeekje zitten Chinese Fluitlijsters, Grote Gele Kwikstaarten en overal zitten Humes Bladkoningen, Winterkoningen en Merels te zingen. Na het ontbijt nemen we gelijk onze koffers mee om langzaam richting Almaty te vertrekken. We werpen nog een laatste blik op de berghellingen rond ons verblijf welke wederom als zang post voor Zwartborstnachtegalen, Mantelroodmussen en Zwartkeelheggenmussen dient. Het is een zeer warme middag en de activiteit van de vogels is zeer rustig en wij passen ons aan. De weg naar Almaty verloopt niet geheel vogelloos. Zo zien we nog een paar Steppebuizerds, Boomvalken, Blauwkoproodstaarten, Kruisbekken en tijdens het nuttigen van een drankje bij een plaatselijk restaurant horen we, midden op de dag, 2 Dwergooruilen roepen. Het is tijd om ons op te gaan maken voor een 12 uur durende treinreis welke ons uiteindelijk morgen 1200 kilometer noordelijker in Astana zal brengen. Vanuit de trein zien we dat de telefoondraden gevuld zijn met Scharrelaars.
Steppearend Aquila nipalensis (Hiele Lootsma)
Dinsdag 17 mei
Komen we rond 8 uur aan op het station van Astana. Als we eenmaal de stad uit zijn wordt direct duidelijk dat we in een totaal ander biotoop terecht zijn gekomen. We zetten koers op Korgalzhyn. Het steppegebied lijkt eindeloos. Na een rit van circa 2 uur, met Roodpootvalken, Steppekiekendieven, Steppearend, Jufferkraanvogels, Kraanvogels en Steppekieviten, komen we aan bij onze laatste verblijfplaats. Gelegen midden in een gigantisch steppe gebied omringd met meren vol watervogels. Na goed gegeten te hebben, maken we ons op om te gaan vogelen in een totaal nieuw gebied. Na een kort ritje, waar 1000-en Kemphanen baan voor ons moeten maken, omdat ze op de weg zitten te rusten, maken we onze eerste stop aan de rand van een meer. Hierop zien we Witoogeenden, Kuifeenden, Tafeleenden, Witkopeenden en nog veel meer watervogels. Er is nog meer, dus we moeten onze rit voortzetten. Aangekomen bij het volgende meer moeten we een wandeling maken om beter licht te krijgen voor het bekijken van het meer. Bij de wandeling vliegen Sprinkhaanzanger, Grasmus, Blauwborsten, Aziatische Roodborsttapuiten en Kleine Spotvogels van struikje naar struikje. Op de uitgestrekte steppes maken we kennis met 100-en Zwarte Leeuweriken en enkele Witvleugelleeuweriken. Met het licht uit een net iets betere hoek bekijken we het meer met 1000-en eenden, Meerkoeten, een enkele Kuifduikers en een Parelduiker. In de rietkraag langs het meer zitten Kaspische Karekieten, Veldrietzangers en Struikrietzangers te zingen. Bij onze laatste stop wordt al snel duidelijk dat er in dit meer stukken minder water staat dan bij de voorgaande, hier door ontstaan modderranden welke dankbaar in gebruik worden genomen door Temmincks Strandlopers, Kleine Strandlopers, Bonte Strandlopers, Bosruiters en Terekruiters. De avond valt en de Dunbekmeeuwen, Steppemeeuwen, Reuzensterns en Lachsterns maken zich net als de vogelaars op om te gaan slapen.
Witvleugelleeuwerik Melanocorypha leucoptera (Hiele Lootsma)
Woensdag 18 mei
Lopen we langs het meer, wat langs het verblijf ligt. Voor aanvang van de wandeling checken we nog even de tuintjes die rond het verblijf liggen. Dit niet zonder resultaat want een aantal van 11 Vale Woestijnvinken is toch niet alledaagse verschijning op de steppes. We lopen door een wolk van duizenden Gele Kwikstaarten, Oeverzwaluwen, Boerenzwaluwen en Huiszwaluwen welke af en toe opgeschrikt worden door een mannetje Smelleken. Een Grote Pieper heeft zich gemengd in de groep met kwikstaarten. Over het riet zweven diverse Bruine Kiekendieven. In elk struikje zit wel een Kleine Spotvogel, Braamsluiper, Gekraagde Roodstaart, Roodmus, Siberische Tjiftjaf, Grauwe Fitis of Veldrietzanger en één van de toppen van deze struiken wordt dankbaar in gebruik genomen door een Grauwe Klauwier of verderop als nestplaats door een Bonte Kraai. Het bekijken van elke kwikstaart lijkt zijn vruchten af te werken, na het bekijken van vele Masker- en Witte Kwikstaarten zien we nu een tweetal East Siberian Wagtail. Na een heerlijke wandeling verplaatsen we ons weer over de steppes, waar een mannetje Steppekiekendief aan het jagen is tussen de Zwarte en Witvleugelleeuweriken. We gaan nu richting een aantal zoutmeren, onderweg zien we in de trillingen van de warmte een stofwolk zich zeer snel verplaatsen, het blijkt een groepje van 5 Saiga Antilopen te zijn, een schitterende toevoeging aan alle vogelsoorten. Aangekomen bij de rand van een meer zit het vol met Flamingo's, Strandplevieren, Zilverplevieren, Krombekstrandloper en een enkele Grauwe Franjepoot. We gaan verder want er staat nog veel op ons te wachten. Het volgende meer is zoet en dus ook andere soorten. De slikranden zitten vol met Tureluurs, Zwarte Ruiters, Terekruiters, Poelruiters en boven ons zijn alarmerende Steppevorkstaartplevieren te horen en te zien. Verder op het meer zwemmen Wilde Zwanen, Siberische Grauwe Ganzen, Pijlstaarten, een enkele Casarca en een groep Kolganzen is nog op trek. Na toch een aardige afstand over de vlaktes hebben afgelegd gaan we terug om ons klaar te maken voor het eten. Onderweg worden de zandwegen bijna geblokkeerd door Steppemeeuwen, Russische Stormmeeuwen, Dunbekmeeuwen en 1000-en Kemphanen, wat een ervaring.
Donderdag 19 mei
Gaan we naar een aantal meren die nog verder weg liggen. Het bijzondere van de deze meren is dat er werkelijk geen één hetzelfde is qua habitat. Zo heeft elk meer zijn eigen uitstraling en biodiversiteit. Bij vertrek is direct een Slechtvalk te bewonderen die druk aan het jagen is over de steppes. Dat niet ieder meer hetzelfde is ook weer te zien bij het meer waar we nu aankomen, buiten dat er een eiland in ligt, is er ook meer gras en zand aanwezig in plaats van modder. Op het eiland broeden Reuzenzwartkopmeeuwen en aan de randen lopen Kluten,
Bontbekplevieren en Kleine Plevieren. Een meer wat niet veel verder ligt, biedt weer andere soorten. We zien hier Brilduikers, Geoorde Futen, Dwergmeeuwen, Zwarte Sterns en vier Wespendieven passeren ons op enige hoogte. Op een grote droge vlakte, wat ontstaan is als gevolg van een drooggevallen meer, bevindt zich een kolonie met Steppevorkstaartplevieren en een paartje Steppekieviten. Na de lunch kan er gekozen worden om een grotere Reuzenzwartkopmeeuwen kolonie te bezoeken of voor wie dat wil kan er ook gevogeld worden rond het verblijf. Op onze weg naar de kolonie zien we Bijeneters, Jufferkraanvogels en Steppebuizerds. Het is een zeer imposant gezicht om een zeer grote kolonie van Reuzenzwartkopmeeuwen en Russische Stormmeeuwen bij elkaar te zien. We gaan terug naar het andere deel van de groep welke zich heeft vermaakt in de buurt van het verblijf met onder andere in de tuintjes een Fitis, Wielewalen, Roodmussen en de 11 Vale Woestijnvinken. Aan de randen van het meer waar het verblijf langs ligt zijn Baardmannetjes druk in de weer, Roerdompen laten zich horen en Reuzensterns zijn druk aan het jagen. Om de reis met een voldaan gevoel af te sluiten gaan we met z'n allen lekker wat drinken en alle mooie herinneringen ophalen.
Een van de meerdere Jufferkraanvogels Anthropoides virgo van de reis (Hiele Lootsma)
Vrijdag 20 mei
Is iedereen in de buurt van het verblijf voor zichzelf wat aan het vogelen. Als er iets gezien wordt, dan wordt dat geroepen. Zo wordt er een tweetal Steenlopers gesignaleerd en in de tuintjes zitten weer Roodmussen, Veldrietzangers, Grauwe Vliegenvangers en een enkele Siberische Tjiftjaf. De bus wordt ingepakt en we gaan ons gereed maken voor het vertrek naar het vliegveld van Astana. Onderweg zien we nog een aantal Roodpootvalken en bij de laatste stop zit een Kwartel te roepen en een Grasmus beweegt zich door de struiken. Bij het betreden van de vertrekhal van het vliegveld van Astana komt er een definitief einde aan een fantastische trip door Kazachstan.
Steppevorkstaartplevieren Glareola nordmannii laten zich geweldig goed zien en fotograferen (Bart Huijzers)
Discussie
Eric Jan Alblas
·
28 November 2012 16:16
Gebruikers van het forum gaan akkoord met de forumregels.