Dutch Birding

Maart 2025

14 April 2025  ·  Simon Feys  ·  617 × bekeken

In maart komt het voorjaar stilaan op gang, met de aankomst van de eerste lading zomergasten. Vogelaars worden ook wat actiever, en dat resulteerde deze maand alvast in een paar leuke vondsten, met zelfs een echte topsoort! Lees het allemaal in onderstaand overzicht!

Overzicht

De laatste twee Wilde zwanen zaten op 5 maart in het Turnhouts Vennengebied (AN). Die dag was ook de laatste dag dat de Amerikaanse wintertaling van Varsenare (WV) nog werd gezien. Krooneenden werden van zeven locaties gemeld, dat zijn er twee meer dan vorige maand. Het grootste groepje bestond uit vier exemplaren, deze zaten in de Gavers bij Harelbeke (WV). Solitaire Witoogeenden werden in maart op drie plaatsen gezien. Het eerste Porseleinhoen werd op 27 maart gefotografeerd in het Groot Rietveld bij Kallo (OV). De eerste dagen van de maand kwamen nog heel wat Kraanvogels door, daarna zat de voorjaarstrek er alweer op! Er werden nog vier Roodhalsfuten gezien, dat was er één meer dan het aantal Kuifduikers. In de laatste week van maart werden drie Grielen gehoord of opgenomen op een geluidsrecorder. De eerste Steltkluut werd op 20 maart gezien bij Meetkerke (WV). Op 18 maart ontdekten Thomas Bosmans en Daniel Tournay een adulte Steppekievit aan het meer van Virelles (HA). Aangezien het vorige Belgische exemplaar al dateerde van 2012, én dit nog steeds een ernstig bedreigde soort is op wereldschaal, kon deze nieuwe vogel dus op behoorlijk wat belangstelling rekenen. Het was echter niet altijd eenvoudig om deze te zien te krijgen, aangezien ook enkele locaties in de ruime omgeving van Virelles werden benut. Knappe vondst, hopelijk laat de volgende niet zo lang op zich wachten!

Steppekievit Vanellus gregarius, Virelles, 19 maart 2025 (Julien Hainaut)

De overwinterende Grote grijze snip liet zich op 7 maart voor het laatste zien werd nog t.e.m. 19 februari gezien bij Doel (OV). De maand maart was goed voor vermoedelijk maar liefst drie verschillende Ringsnavelmeeuwen, een stevig aantal voor deze soort! Een eerste exemplaar werd op 1 maart gevonden door Peter Adriaens op de gekende meeuwenslaapplaats bij Roksem (WV), en ook de volgende dag bleek deze vogel aanwezig. Op 3 maart echter vond Lowie Lams daar een ander exemplaar! Vermoedelijk deze laatste vogel werd dan op 15 maart foeragerend gevonden bij Torhout, en liet zich daar (veel) beter bekijken dan op de slaapplaats. Op 16 maart tenslotte, vond Nico Geiregat nog een vogel op de slaapplaats van de Callemoeie bij Nazareth (OV).

Ringsnavelmeeuw Larus delawarensis, Torhout, 16 maart 2025 (Filip De Ruwe)

Leuk was de Kleinste jager die op 31 maart over de Achterhaven van Zeebrugge (WV) vloog. Een Middelste jager werd op 9 maart waargenomen op zee voor de Belgische kust. De overwinterende Parelduiker van de Barrages de l’Eau d’Heure (HA) werd daar nog gezien t.e.m. 17 maart, twee exemplaren werden op 3 maart gezien bij Oostduinkerke. Vanaf 19 maart zat er weer een Zwarte ibis bij Kieldrecht (OV), de enige van de maand. Kwakken werden op 11 plaatsen waargenomen. De hoogste telling van Koereigers waren de 140 exemplaren die op 16 maart bij Ploegsteert (HA) werden geteld. Waarnemingen van waren er van vijf locaties, een goed begin van het voorjaar voor deze soort. Een lichte fase Dwergarend werd doorheen de maand op verschillende plaatsen in West-Vlaanderen gezien, mogelijk betreft dit de vogel die ook in januari al werd waargenomen. De eerste Steppekiekendief werd op 27 maart gezien en gefotografeerd bij Orsmaal-Neerhespen (VB). Vooral in Vlaanderen werden op behoorlijk wat plaatsen Zeearenden gezien, ook het koppel in de IJzervallei (WV) was daar nog aanwezig. Er waren deze maand al vier meldingen van Hop. De eerste Draaihals zat dan weer op 26 maart bij Hombourg (LG). Klapeksters werden ook deze maand niet gezien in de westelijke helft van het land. Buidelmezen werden in een tiental gebieden waargenomen. Een groepje van zes in de Uitkerkse Polders (WV) was het grootste aantal op één plek. Ook nu weer bleef de aanwezigheid van Kuifleeuweriken beperkt tot de westkust. De drie overwinterende Strandleeuweriken in het Zwin bij Knokke (WV) werden daar het laatst gezien op 19 maart. Op 20 maart was er ook een waarneming bij Bredene (WV). De eerste Snor zong op 23 maart in het Stryckersbroek bij Lier (AN). Graszangers werden ook weer actiever, met nu al meldingen uit 51 km-hokken, allemaal gelegen in West- en Oost-Vlaanderen. De Grote pieper bij Uitkerke (WV) werd daar nog op 17 en 30 maart waargenomen, de 31e was er een waarneming bij Beveren (OV). Die laatste dag vloog ook de eerste Duinpieper over Zwijnaarde (OV). Nog tot 8 maart werd een IJsgors waargenomen in het Zwin (WV). Met vier exemplaren tenslotte was het een goede maand voor Dwerggors.

Een welgemeende dank uiteraard aan alle waarnemers, én aan de fotografen voor het gebruik van hun foto's!

Gezocht in april

Vanaf april schakelt het voorjaar een tandje hoger, en hoopt iedereen op wind uit het zuiden en/of oosten. Dat kan deze maand ‘overshooters’ als Alpengierzwaluw of Roodstuitzwaluw opleveren, maar tegen een Kuifkoekoek zegt ook niemand nee! Of nog eens een determineerbare Westelijke baardgrasmus? Steltjes afkijken kan zeker ook iets opleveren, die eerste Stelt- of Grijze strandloper moet toch ook eens gevonden worden. Of anders een twitchbare Schreeuwarend, daar zouden ook veel mensen blij van worden! Vooral veel ‘buiten lopen’ dus, want zowat alles kan zowat overal!

Discussie

Gebruikers van het forum gaan akkoord met de forumregels.

Feedback?