Ethiopië - vogelland in opkomst
3 april 2011 · 21708 × bekeken
Van 29 januari tot en met 21 februari verbleven wij - Sander Bot, Rob Gordijn, Jelmer Poelstra, Bas van Schooten en Sjoerd Radstaak - in Ethiopië met slechts één doel: het zien van zo veel mogelijk soorten vogels inclusief alle (bijna-)endemen in de 24 dagen die we hadden. Hieronder een verslag.
Ethiopië ligt in de Hoorn van Afrika en wordt gekenmerkt door (hoog)gebergte, grote meren, savanne en halfwoestijnen. Toeristen bezoeken veelal het noorden vanwege de kerken en het zuidwesten vanwege de stammen. Als vogelaar heb je hier echter niets te zoeken! De meeste vogelaars doen een kort rondje ten noorden van de op twee na hoogste hoofdstad ter wereld, Addis Abeba (2300 meter), en zakken vervolgens via de bekende Rift Valley Lakes naar het zuiden af.
Hartlaub's Bustard Lissotis hartlaubii. Awash National Park, Ethiopië, 2 februari 2011 (Sjoerd Radstaak). Enkel in het noordoosten van Afrika voorkomend en de zeldzaamste trap van de trip.
De soorten dan. In Ethiopië zijn bijna 950 soorten vastgesteld, waarvan men er op een fanatiek vogelreisje van 3 weken zo'n 550 mag verwachten. Als groep zaten wij hier net iets boven, Sander en Sjoerd zagen uiteindelijk bijna 600 soorten in 5 weken. Van het totaal aantal vastgestelde soorten in het land zijn er 15 endemisch voor Ethiopië en 24 voor de Hoorn van Afrika. In totaal dus 39 endemen, waarvan men er op een reguliere reis 33 mag verwachten. De enige endeem die 'onmogelijk' is betreft Nechisar Nightjar, waarvan in 1990 slechts een roadkill is gevonden. Naast de endemen, telt dit land 14 bijna-endemen waarvan men er hooguit 12 van kan zien. Wij zagen uiteindelijk alle mogelijke endemen en bijna-endemen!
Na deze korte introductie, volgt nu een overzicht van interessante of zeldzame soorten per locatie. We trappen af met Ankober Serin (ontdekt in 1976) waar we op dag 3 in de Jemma Valley, ver buiten het algemeen bekende, uitermate kleine verspreidingsgebied nabij het plaatsje Ankober, naar op zoek gaan. Van de Belgische vogelaar Lieven de Temmerman hebben we namelijk gehoord dat hij een jaar eerder in de Jemma Valley Ankober Serins heeft waargenomen. Bovendien wordt het door onze chauffeur doodleuk bevestigd. Kortom: een zoektocht waard! En ja hoor, na bijna een uur zoeken vindt Sander een groepje roepende Serins op de bergwand. Gaaf!
Red-billed Pytilia Pytilia lineata. Gambela, Ethiopië, 26 februari 2011 (Sjoerd Radstaak). Eén van de weinige foto's van deze soort!
We blijven nog even in de Jemma Valley, daar dit ook dé plek is voor White-throated Seedeater - een soort die nogal eens ontbreekt in reisverslagen. Deze soort is overigens één van drie gelijkende endemische seedeaters in Ethiopië, naast Yellow-throated Seedeater en Salvadori's Seedeater. Allen zijn effen grijsbruin met een geel stuitje, alleen met witte, gele of zwart met gele keel. Maar endemisch, dus de moeite waard. Op de 1ste dag hier wil het helaas nog niet lukken. Wel zien we hier 2 exemplaren van de bijna-endemische Red-billed Pytilia. Deze soort komt alleen in Ethiopië en het grensgebied in Soedan voor en wordt door de meerderheid van de vogelaars gemist - een buitengewoon welkome soort dus! Op wonderbaarlijke wijze zien we deze soort echter vaker gedurende ons verblijf in Ethiopië.
Gelukkig lukt het ons om op de 2de dag in Jemma wel White-throated Seedeater te scoren - in Awar Wuha (zie Spottiswoode et al., 2010) blijkt de soort zelfs behoorlijk algemeen! Ook behoorlijk saai trouwens, maar dat terzijde. Nog diezelfde dag zien we in Melka Ghebdu het gele keeltje, Yellow-throated Seedeater, ook een soort die soms nog lastig te vinden kan zijn.
White-throated Seed-eater Serinus xanthopygius. Jemma Valley, Ethiopië, 31 januari 2011 (Sjoerd Radstaak). Het toppunt van saaiheid..
Op dag 7 komen we aan in Wondo Genet, het eerste echte bos van de vakantie. Of eigenlijk kan ik beter zeggen dat wat het eerste echte bos zou moeten zijn gaan worden, want van bos was eigenlijk niet echt sprake meer. Deze locatie is haast niet meer de moeite van het bezoeken waard, omdat veel bosvogels ook elders kunnen en het haast schrijnend is om te zien hoe het bos de vernieling in wordt geholpen door kindertjes die met ruggetjes vol hout uit het wat eens een bos was komen slenteren. Stond er vroeger nog een heel bos, nu staan er slechts verspreide bomen. Desalniettemin zien we, met behulp van een lokale gids, de meeste doelsoorten zoals African Crowned Eagle, Abysinnian Woodpecker, Sharpe's Starling en Yellow-fronted Parrot. Qua bosvogelen is Harenna Forest, aan de zuidkant van de Bale Mountains, al een stuk leuker (maar eentonig) maar echt leuk is Bishangari bij Lake Langano. Dit is een fraai bos waar we de meeste Wondo Genet soorten, inclusief Yellow-fronted Parrot, weer zien en waar bovendien Green-backed Twinspot algemeen blijkt te zijn en we de elusive Yellowbill (een malkoha, wat 'flower-cuckoo' betekent) horen én zien!
Op dag 11 scoren we net ten oosten van Negele, in het zuiden van Ethiopië, de zeldzaamste vogel van de trip: Liben Lark. Ondanks dat iedereen deze soort hier gemakkelijk ziet, vermoedt men dat er nog slechts 90-256 exemplaren van deze soort zijn en de soort neemt nog steeds in rap tempo af. Grootste oorzaken zijn cultivering, verbossing en overbegrazing. Hierdoor is het habitat van de Liben Lark - een soort kalkgrasland oost en zuid van Negele (met gras van 5-15 cm) - sinds de jaren '70 met meer dan 30% afgenomen, waardoor het leefgebied nu slechts 30 tot 36 vierkante kilometer is. Zonder ingrijpen verwacht Birdlife International zelfs dat de Liben Lark binnen enkele jaren uitgestorven is. Overigens gaat het ook met de andere soorten van dit genus (Heteromirafra), Archer's Lark (endemisch voor Somalië - laatste waarneming: 1955) en Rudd's Lark (endemisch voor Zuid-Afrika - maximaal 2.500, maar sterk afnemend), erg slecht en dit bijzondere genus zou op termijn daarom zelfs in zijn geheel kunnen uitsterven (BirdLife International (2011) Species factsheet: Heteromirafra sidamoensis).
Liben Lark Heteromirafra sidamoensis. Liben Plains, Ethiopië, 8 februari 2011 (Sjoerd Radstaak). Het einde van het genus in zicht?
Endemen scoren gaat zo voorspoedig dat we al op dag 16 op zoek gaan naar onze laatste endeem, de Salvadori's Seedeater. Hadden we deze endeem geprobeerd op dé locatie, Sof Omar, was deze soort hier wellicht onvermeld gebleven. Wij hadden echter, achteraf ietwat overmoedig, besloten deze toplocatie over te slaan omdat het bezoeken van deze locatie ons een dag zou gaan kosten en omdat we goede informatie hadden over een kennelijk betrouwbare locatie precies langs de route. Als we de soort daar zouden missen, hadden we nog een off-route back-up. Terug naar Sof Omar was te ver om en dus geen optie meer. Het bleef een gok, maar het leek allemaal wel goed te gaan komen. Echter, op 'onze' plek aangekomen blijkt het er aardig verdroogd te zijn (seedeaters komen regelmatig drinken bij waterbronnen) en ondanks een middag en ochtend intensief zoeken, vinden we hier helaas niet wat we zoeken.
Groepsfoto met v.l.n.r. Rob, Jelmer, Bas, Sjoerd en Sander. Op de voorgrond onze scouts. Arero Forest, Ethiopië, 13 februari 2011 (onbekend)
Arero Forest is een bos (verrassend...) op zo'n 2 uur rijden van Yabello in het zuiden van Ethiopië en is onze back-up plek voor de Salvadori's Seedeater. De dag voor ons bezoek hebben we in Yabello een scout geregeld, zodat we verwachten zonder problemen het bos in te mogen. Zodoende komen we met 7 man (scout, chauffeur en wij) aan in Arero waar naar onze papieren wordt gevraagd... Wat bleek, ze hadden recentelijk de regels veranderd en nu was het nodig om schriftelijke toestemming uit Yabello te hebben. Heel even lijkt het er echt op dat we onverrichter zaken rechtsomkeert moeten maken, maar na een aantal verhitte gesprekken en hoop getelefoneer kunnen we na een half uur toch verder. Echter wel met nóg een scout achterin...
Als snel arriveren we op de beschreven plek. Van de boekjes beschrijft alleen Spottiswoode et al. (2010) de plek, maar noemt Salvadori's Seedeater niet. Verscheidene Zweedse verslagen hebben de soort hier echter wel gezien. Op locatie treffen we zowaar een clubje Zweden aan die de soort tijdens een driedaags bezoek eenmaal hebben gezien: gisterochtend bij een waterbron. Daar aangekomen treffen we al veel (drinkende) Reichenow's Seedeaters aan. Echter, ondanks de hele dag posten zien we geen Salvadori's Seedeater. Wel zijn hier opvallend veel Prince Ruspoli's Turaco's (25+) aanwezig en vliegt er een donkere vorm Ovambo Sparrowhawk over! We besluiten op te geven en lopen terug. Jelmer loopt bovenlangs terug. In de auto wachten we enigzins ongeduldig op Jelmer, wanneer we hem in paniek omhoog zien komen 'rennen'. 'Hij heeft hem!', schreeuwt Sander. Gezamenlijk sprinten we naar de locatie, de scouts vol verbazing in de kofferbak achterlatend. Dan zien we na enige stressvolle minuten een zingend mannetje Salvadori's Seedeater! Als de scouts zien hoe blij we zijn (en zij later met de extra fooi) wordt er spontaan besloten een groepsfoto te maken incluis de scouts. Alle endemen in de pocket!
Salvadori's Seedeater Serinus xantholaemus. Arero Forest, Ethiopië, 13 februari 2011 (Sjoerd Radstaak). De zoektocht meer dan waard.
Op dag 19 bezoeken we Lake Bojo wat 'gewoon' op de site van Birdlife International genoemd wordt als een van de belangrijkste overwinteringsgebieden van Wattled Crane, maar kennelijk bij vrij vrijwel niemand bekend is en ook niet in de boekjes wordt beschreven. Aangezien wij door droogte de Wattled Crane missen op het Sannetti Plateau in de Bale Mountains (gelukkig zien we hier wel de endemische wolf!), is dit voor ons de moeite van het bezoeken waard. We zien hier al snel niet alleen 30+ Wattled Cranes, ook scoren we hier 2 Black-crowned Cranes, 100-en Common Cranes en als bonus zelfs een Demoiselle Crane (een zeldzame wintergast)! In no time zien we dus maar liefst 4 kraanvogels. Cool!
Black-crowned Crane Balearica pavonina. Lake Boyo, Ethiopië, 16 februari 2011 (Sjoerd Radstaak). De schoonheid zelve.
Wattled Crane Bugeranus carunculatus. Lake Boyo, Ethiopië, 16 februari 2011 (Sjoerd Radstaak). Een betrouwbare back-up voor deze zeldzame kraanvogel.
Onze trip sluiten we gezamenlijk af in de Gibe Gorge, een gebied een paar uur ten westen van Addis Abeba. Omdat hier verder geen typische soorten voor Ethiopië zitten wordt dit gebied meestal niet aangedaan, maar gezien ons succes hier is dit gebied zeker een aanrader voor toekomstige bezoekers! De meest interessante soort is Abysinnian Waxbill, een bijna-endeem met splitpotentie. Verrassend gemakkelijk zien we langs de rivier hier ook Bar-breasted Firefinch, Black-faced Firefinch en Snowy-headed Robin-Chat. Wat een bezoek aan dit gebied meer dan de moeite waard maakt is het gemak waarmee 2 nieuwe zandhoenders kunnen worden bijgeschreven. Op aanwijzingen van een Deense vogelaar kunnen we al snel Four-banded Sandgrouse en Yellow-throated Sandgrouse bijschrijven. Tot slot zien we hier ook weer Red-billed Pytilia.
Yellow-throated Sandgrouse Pterocles gutturalis. Gibe Gorge, Ethiopië, 20 februari 2011 (Sjoerd Radstaak). Een van de 5 waargenomen zandhoenders.
Als op 22 februari Jelmer en Rob terugvliegen naar respectievelijk Zweden en Nederland, vliegen Sander en Sjoerd een dag later naar Gambela (tegen de grens met Soedan). Met slechts 1 reisverslag van ruim 11 jaar oud, weten we eigenlijk nauwelijks wat we er kunnen verwachten. Al lopend willen we het gebied gaan verkennen. Vanaf dag 1 is het echter al duidelijk dat het geweldig vogelen is! Gedurende de 3,5 dag die we er doorbrengen, zien we o.a. Silverbird, Red-necked Falcon en alweer (!) meerdere Red-billed Pytilias. Ook zien we maar liefst 4 nieuwe graszangers en 3 nieuwe bijeneters. En onze doelsoort: Egyptian Plover, 10-12 exemplaren maar liefst, inclusief schattige kuikentjes! Persoonlijk hoogtepunt zijn de mannetjes Standard-winged Nightjars (Youtuben!) die samen met Long-tailed Nightjars algemeen blijken net ten westen van het dorp. Vet!
Egyptian Plover Pluvianus aegyptius. Gambela, Ethiopië, 25 februari 2011 (Sjoerd Radstaak). Paartje met jongen.
De laatste paar dagen van de vakantie brengen we door in Metu en Yayu. Een echte gok, puur op basis van Google Maps en de informatie in de Lonely Planet / Bradt Guide. Vooral Metu pakt goed uit met meest verrassend misschien wel White-throated Bee-eater. Deze soort komt normaal pas in april terug, maar we treffen een groep van 50+ vogels hier aan. Ook in Yayo zien we meerdere exemplaren, opvallend... Verder zien we in Metu o.a. nog de elusive Yellow-throated Leaflove, eigenlijk meer een mega Orpheusgrasmus. In Yayu blijkt even later het goede bos net buiten het dorp niet meer te bestaan en blijken we de topattractie voor de plaatselijke jeugd te zijn, maar zien we onverwacht vrij gemakkelijk Stuhlmann's Starling - een Centraal-Afrikaanse soort. Daarmee komt een eind aan 5 fantastische vogelweken!
Voor de lezer die nog wakker is nog even kort wat over het vogelen in Ethiopië in het algemeen. Het leukst zijn niet alleen de hoge aantallen soorten, maar vooral de zeer goede vertegenwoordiging van enkele boeiende families. Zo zagen we maar liefst 6 trappen, 7 francolijnen en 5 zandhoenders. Ook aan kleurrijke soorten geen gebrek, met 8 ijsvogels, 9 bijeneters en 14 sunbirds. Bovendien is ook de diversiteit aan roofvogels ongekend met hoogtepunten als African Swallow-tailed Kite, Fox Kestrel en Verreaux' Eagle. Ook genoeg saaie families trouwens, wat te denken van 19 duiven of 15 graszangers. We hebben tevens gemerkt dat er nog veel te ontdekken valt, zoals de eerste Huismussen ooit voor Ethiopië die we aantroffen in het zuiden van land - helaas zijn deze waarschijnlijk afkomstig uit verwilderde populaties in Kenia. Wat een bezoek aan dit land tot slot de moeite waard maakt, is het hoge aantal endemen en bijna-endemen welke bovendien 'gemakkelijk' te zien zijn. Kortom: er valt genoeg te beleven in Ethiopië!
Sjoerd Radstaak
Blue-breasted Bee-eater Merops (variegatus) lafreynayii. Jemma Valley, Ethiopië, 31 januari 2011 (Sjoerd Radstaak). Een prachtige en bijna-endemische bijeneter!
Literatuur:
Spottiswoode C., Gabremichael M., Francis J. (2010) Where to watch birds in Ethiopia, A & C Black Publishers Ltd, 192p.
BirdLife International (2011) Species factsheet: Heteromirafra sidamoensis.
Discussie
Henk Radstaak
·
3 april 2011 19:06
Justin Jansen
·
3 april 2011 22:04
Ben Gaxiola
·
4 april 2011 13:12
Ben Wielstra
·
4 april 2011 14:10, gewijzigd 4 april 2011 14:10
Ben Gaxiola
·
4 april 2011 14:33
Ben Wielstra
·
4 april 2011 14:47
Jan Hein van Steenis
·
4 april 2011 16:50
Jelmer Poelstra
·
4 april 2011 19:00
Steven Wytema
·
6 april 2011 12:34
Lieven De Temmerman
·
7 april 2011 17:26
Hans Bossenbroek
·
9 april 2011 12:50
Jelmer Poelstra
·
12 april 2011 20:31
Rob Gordijn
·
13 april 2011 11:45
Gebruikers van het forum gaan akkoord met de forumregels.