Lach-meer
7 August 2007 · 5066 × bekeken
Voor het eerst sinds lange tijd heb ik weer eens uitgeslapen, wel tot acht uur! Dit doet me wel goed en na een lange en verkwikkende douche heb ik eindelijk weer eens tijd om de mail door te nemen en aan mijn blog te werken.
Omstreeks 12 uur stap ik in de auto voor de zoveelste rit naar Groessen. Als ik hier om een uur of 1 arriveer zit Jos van den Berg al op de dijk. Ik ga naast hem zitten en we theoretiseren over de kans dat de meeuw voor de derde opeenvolgende middag in de Jezuïtenwaai zal opduiken. Langzaam druppelen nog meer gelukzoekers binnen. Er laten zich zeer weinig meeuwen zien. We proberen nog een klein plasje iets noordelijker, maar hier zit alleen een handjevol Kokmeeuwen. Het blijft stil en rustig. Een volwassen Visarend laat nog een mooie show zien en hierna vertrekken de eerste vogelaars om in de omgeving te gaan zoeken. Ik blijf samen met Jos tot zes uur en besluit daarna naar de Rhederlaag te gaan. Hier staan al wat vogelaars te wachten op het mogelijke verschijnen van de Lachmeeuw.
Met een kleine twintig andere vogelaars sta ik even later naar het strand te kijken. Hier zitten redelijk wat meeuwen maar nog steeds is er geen spoor te bekennen van de Lachmeeuw. Iedereen scoopt de omgeving af en zo nu en dan komt er een vogelaar langs die in de omgeving - zonder restultaat - gezocht heeft. Peter van Wetter is scherp en alert als altijd en ontdekt wel - tot grote vreugde van sommige aanwezigen - een man die gedurende geruime tijd, open en vooral bloot, zich met zichzelf vermaakt. Na dit intermezzo blijven we scopen en hopen. Tegen een uur of negen geef ik de hoop op; de vogel komt niet meer en is echt onvindbaar.
Als ik terug rij naar Almere gaat de telefoon, Roelf Hovinga met wel heel erg goed en meer dan welkom nieuws: Vincent de Boer (dank, dank !!) heeft de vogel gevonden en Roelf gebeld om het nieuws te verspreiden. Roelf besluit direct mij te bellen voordat hij de waarneming gaat doorpiepen (dank, dank !!). De vogel zit op een zandzuiger bij Loo en laat zich goed bekijken. Ik bel Jos van den Berg die ook op de terugreis is en via een af- en oprit van de snelweg rij ik, voor de zoveelste keer, terug richting Arnhem. Na een kilometer of tien realiseer ik me dat ik met iets doms bezig ben. Het is onmogelijk Loo te halen voordat het donker is, ik kan beter omkeren en morgen heel vroeg op de plek te zijn waar de meeuw slaapt.
Terwijl ik de laatste kilometers naar Almere afleg groeit het plan. Ik wil morgen een uur voor zonsopgang op de plek zijn waar de meeuw slaapt. Met geluk is de meeuw dan in de schemer te zien voordat hij wegvliegt. Thuis bel ik met Vincent de Boer. Hij kan me, tot op de meter nauwkeurig, uitleggen waar de meeuw slaapt: bij een zwart-gele pijp aan boord van het schip. Dit moet lukken, ik weet waar de vogel zit en wil daar morgen heel vroeg zijn. Ik bel nog met Jos van den Berg en die heeft ook al besloten vroeg in Loo te zijn.
Na dit enerverende en leuke dagje Lachmeeuw zoeken rol ik tegen twaalf uur mijn bed in voor een kort nachtje.