Vogelaars (nooit) uitgevogeld
29 maart 2022 · Wietze Janse · 4217 × bekeken
Vogelaars (nooit) uitgevogeld, 2021 (Debby Doodeman)
Debby Doodeman, 2022. Vogelaars. (nooit) uitgevogeld. ISBN: 789050116749. Zachte kaft, 216 pagina’s. KNNV Uitgeverij, Zeist. Introductieprijs: € 20,00 (t/m 30 april 2022*)
En dan gleed het boek “Vogelaars - (nooit) uitgevogeld” door de bus. De laatste tijd verschijnen meer boeken, ik moet regelmatig thuis zijn om de boeken in ontvangst te nemen. Boeken als “Handboek Meeuwen van Europa, Noord-Afrika en het Midden-Oosten” en “Avifauna Zeelandica” horen daarbij. Zware kost, zeker het laatste ook nog in kilo’s (> 6 kilo zwaar), met een hoop informatie waar we de komende maanden weer mee bezig kunnen zijn. En dan is het leuk als er ook weer eens een boek tussendoor komt waar de informatie wat luchtiger is, en zich op een heel andere manier bezighoudt met vogelen dan de bekende onderwerpen als determinatie, aantallen en gedegen vogelonderzoeken. Nu een mooi, maar ook gedegen onderzoek, maar naar de vogelaars zelf.
Het verhaal begint een paar jaar geleden als Debby Doodeman op de veerboot naar Vlieland aan mij vraagt of ik mee wil werken aan een boek, en tegen Debby zeggen we geen nee. Ze drukt me een nummer in de hand en dan moet ik op de foto en enige tijd later volgt de enquête per mail met het verzoek die in te vullen. Die enquête gaat naar 1174 vogelaars en 1004 vullen deze ook daadwerkelijk in. Een heel scala aan vragen over hoe je je vogelhobby uitvoert en beleefd. Ik vraag me af hoe ze dat gaat invullen, een hele uitdaging. Maar ik ken Debby als iemand die al meerdere uitdagingen tot een goed einde heeft weten te brengen, dus daar hebben we gewoon vertrouwen in.
Dan gaat ze aan het werk en in de loop der tijd praten we over de voortgang. En als we elkaar weer eens tegenkomen, wordt ook gevraagd nog een persoonlijk verhaaltje te maken. We worden alleen maar nieuwsgieriger naar wat het gaat worden. En dan verschijnt in februari op Facebook de voorkant van het boek, het gaat er inderdaad komen! Na enige dagen volgt de achterkant met de mededeling dat de binnenkant in maart zal volgen, en zie, de buiten-, achter- en binnenkant gleden vorige week dus door de bus. Eerst loop ik het boek globaal door, en zie een leuke afwisseling van resultaten van haar onderzoek en verhalen van vogelaars van allerlei pluimage.
Zoals gezegd 1004 vogelaars deden mee en zijn terug te vinden in een paar bladzijden met alleen kleine fotootjes, herken veel van mijn twitchende vrienden hier, jullie hebben een aanzienlijke bijdrage geleverd aan het boek, maar ook veel onbekende vogelaars. En dat het een mooie mix van ondervraagden is blijkt wel als we het boek verder bekijken.
Allerlei onderzoekjes komen aan bod, van serieuze zoals ‘Duurzaam vogelen’, ‘Bij de Vogelwerkgroep’ en een hot topic ‘Waarnemingen delen’ tot minder serieuze wetenswaardigheden als ‘Hebben alle vogelaars een baard?’ en ‘Favoriete vogels’. Dat vraagt om het boek dieper in te duiken en alles eens te gaan lezen, en wat lezen de verhalen vlot en gemakkelijk weg. Op een leuke manier worden al haar vragen en onderzoekjes beschreven, vaak geïllustreerd met mooie grafiekjes die het verhaal onderstrepen. Zaken die we eigenlijk allang weten, maar ook zaken die (voor mij) geheel nieuw zijn of resultaten die ikzelf anders had ingeschat of beleef. Dit alles geeft een leuk overzicht en zaken om eens verder over na te denken. Waarom zijn we gaan vogelen, voorkeurslocaties, vogeltrek: het komt allemaal aan het bod.
Wat ik erg leuk vind aan het boek is dat alle onderzoekjes worden afgewisseld met verhalen van (ervaren) vogelaars, die de onderzoekjes nog eens illustreren of onderstrepen. De vader/zoon vogelaars, onderzoekers, fotografen, trektellers, geluidsmannen, vogeltellers/onderzoekers, twitchers, ornithobibliofielen (wat een mooie titel), local patch vogelaars, werkgroep medewerkers, kunstenaars, allemaal komen ze aan bod, met een eigen verhaal. Een verhaal dat hun keuze van vogelen onderstreept en laat zien op hoe veel manieren je van het vogelen kunt genieten. Ik (en zeker ook velen met mij) herken me in een heel aantal, zoals het lekker vogelen en wandelen in een mooi gebied, het fotograferen van vogels, het (onder)zoeken van vogels, herkenning van vogels, afgewisseld met een mooie twitch of een bezoek aan een vogelringstation (wat veel specialistische kennis is daar weer aanwezig), een hobby met veel mogelijkheden. En dat laatste wordt in dit boek op een leuke, gemakkelijk leesbare wijze, beschreven. Ofwel wil je kennis maken met de achtergronden van onze vogelhobby, een aanrader om hier eens in te duiken en te kijken waar die huidige 75.000 andere vogelaars (een voorzichtige schatting van Debby) vandaan komen en onze hobby beleven.
Voor de lezers hier ook komen genoeg onderwerpen aan bod, die ons interesseren, en waar wij zelfs dagelijks invulling aangeven, we lichten er nog even een paar uit. Sommigen van ons twitchers geven daar invulling aan door uit te wijden in een persoonlijk stukje over hun passie. Bekende geluidenmannen komen aan het woord, twitchers zelf, mannen die meerdere zelfontdek- c.q. nieuwe soorten voor Nederland hebben gevonden, de trektellers (wie heeft het nog nooit gedaan), determinatiefreaks (waardoor onze kennis zo is toegenomen), de outlaws ‘larofielen’ (we weten nu toch wel alles van meeuwen?), onderzoekers, etc. Genoeg stof om eens op een regenachtige dag rustig te lezen en tot je te nemen.
Mijn ervaring is dat vogels kijken in de loop ter tijden, en zeker de laatste 5-10 jaar erg aan het veranderen is, het boek geeft een mooi overzicht van een aantal feiten. Liep je vorige eeuw bij een twitch nog bijna alleen met een klein aantal bekenden, bij huidige twitchen zie ik soms meer onbekenden dan bekenden. Zeker bij de aansprekende ‘MEGA’s’, neem bijvoorbeeld de Roodkeelnachtegaal, Sperweruil of recent de Purperkoet, zien we het aantal toestromende vogelaars stijgen, waarbij je je afvraagt, waar komt dat allemaal vandaan? Dit boek geeft op een aantal vragen antwoord, het laat zien dat vogelaars tegenwoordig meer ingangen tot de hobby hebben dan het vogelboek “Zien is kennen” of de “Petersons” van vroeger. Het internet, de sociale media en het succes van digitale fotografie zijn hier o.a. debet aan. Maar de ontwikkelingen gaan zo snel, het roept gelijk ook alweer een aantal nieuwe vragen op. Debby zegt zelf al dat ze tussentijds de vragenlijst heeft moeten aanpassen om de ontwikkeling bij te kunnen houden. En de ontwikkelingen blijven doorgaan, dus mogelijk zien we ooit nog eens een deel 2. Dat zou leuk zijn!
Wietze Janse
Discussie
George Sangster
·
29 maart 2022 13:57
Leuke recensie. Roept bij mij allerlei vragen op.
Ik vraag mij af, is het aantal twitchers in NL (en BE) op een goede manier te bepalen? Het zou leuk zijn om de groei van het aantal twitchers te meten.
Weten we ook hoeveel mensen een twitch (van bijv. een nieuwe voor NL) bezoeken? Heeft iemand ooit wel eens het aantal mensen bij een twitch geteld (op bijv. een hele dag) en vergeleken met het aantal voor die dag ingevoerde waarnemingen van die soort op waarneming.nl? Weet iemand wat de verhouding daartussen is? Is die verhouding constant, of verschillen twitchers van waarneming.nl-vogelaars?
Wat is de meest getwitchte vogel tot nu toe? Zijn er vogels meer of juist minder getwitcht dan je zou verwachten op basis van hun zeldzaamheid en verblijfsduur? Speelt daarbij vooral de locatie of vooral de aantrekkelijkheid/fotogeniciteit van de soort een rol (of andere factoren)?
Hoe definieer je de 'harde kern' (en hoe groot is deze) en hoe de 'mongolenwaaier'? Is het onderscheid daartussen zinvol?
Over de psychologie van twitchen is nauwelijks onderzoek gedaan, over de sociologie ervan nog veel minder.
Wietze Janse
·
29 maart 2022 14:21, gewijzigd 29 maart 2022 14:30
Hoi George,
Natuurlijk allemaal vragen die, zoals ik al aangeef, bij je opkomen nav dit boek en waar je zeker nog een deel over kan volschrijven, heeft Debby weer een uitdaging 😉.
Maar voor enige antwoorden, zonder onderzoek maar persoonlijke indrukken:
- Een indicatie voor het aantal twitchers is the vinden op de ranking, DBAlerts leden en Telegram leden, dan zit je rond de 500.
Daarnaast heb je ook nog de minder fanatieke aanhang en in toenemende mate de fotografen, zie onder, die ook een fotografielijst bijhouden. Dat zijn er tegenwoordig tot wel duizenden, maar twitchen daarnaast ook gewone soorten als Blauwborst. - Aantallen zijn verschillend en hangt af van:
- bereikbaarheid; een vogel op Vlieland wordt minder getwitched dan in de Randstad.
- aanwezigheid; vogels die langer blijven zitten, c.q. ook in het weekend aanwezig zijn worden veel meer bezocht.
- zeldzaamheid; voor twitchers belangrijk, voor anderen zijn onderstaande factoren belangrijker.
- aansprekendheid; soorten als roofvogels/uilen (Sperweruil), fel gekleurde vogels (Bijeneter) krijgen veel meer aandacht dan eenvoudiger kbv-tjes.
- aaibaarheid; hoe beter te benaderen/fotograferen, des te meer fotografen (een nieuwe garde twitchers) er ook op afkomen.
Toppers van de laatste tijd zijn toch wel Sperweruil, Roodkeelnachtegaal, aansprekende soorten die lang bleven. - Harde kern zijn de vogelaars die alles laten vallen (indien mogelijk), vogel zien belangrijker dan de foto, direct de ranking bijwerken en overal op het internet ‘BAM’ roepen.
Mongolenwaaier zijn degene die wanneer ze eens tijd hebben ook eens langs waaien, ranking niet invullen, foto(lijstje) belangrijker dan de waarneming, niet spammen met “BAM”, maar wel elke (Facebook)-fotogroep volgooien voor de likes.
Beetje gechargeerd, veel grijze tussengebieden en verder maakt het niet veel uit tot welke groep je behoort, zolang je je plezier uit je hobby haalt.
En voor mij persoonlijk blijft het een aangename ontspanning, gezonde portie stress, bij zien van vogel de juiste ontlading en ontspanning, ontmoeten van veel eensgezinde vrienden, ofwel het ontkomen aan de dagelijkse hoeveelheid negatieve stress van werk of bijvoorbeeld sociale media 😉.
Maar daar zou je dus nog een heel onderzoek aan kunnen wijden met al jou (en nog veel meer nog niet verwoorde) vragen 😉
Jan Hein van Steenis
·
29 maart 2022 16:02, gewijzigd 29 maart 2022 20:21
Qua "duurzaam vogelen" is Nederland met z'n prima openbaar vervoer en gebrek aan steile hellingen natuurlijk heel geschikt. Ik probeer dit jaar al het "ontspannen lokale vogels kijken" (d.w.z. tot op 40 km van mijn huis) op de fiets te doen. Ik dacht dat ik vroeger lange afstanden fietste (of wandelde, hè Wietze!) maar dat bleek nog best tegen te vallen.
Dit jaar heb ik alleen voor wat lokale ganzen, de Oostelijke Zwarte Wouw, Zanggors en Keizerarend de auto gepakt, maar als ik planten of vlinders ga kijken wordt dat wel weer wat vaker...
Ik zal het boek op mijn verlanglijstje zetten.
Debby Doodeman
·
29 maart 2022 22:32
Bedankt Wietze!
En ik heb een poging gedaan om wat aantallen te verzamelen om iets over de toenamen van twitchers te kunnen schrijven met cijfers. Ik probeerde een paar soorten van een (flink?) aantal jaar terug en een wat versere te vergelijken, via waarnemingen ingevoerd. Maar dat viel nog niet mee. Dat lukte eigenlijk niet zo makkelijk om alle redenen genoemd. Vast niet onmogelijk, dat alleen al zou inderdaad al een mooi onderzoek op zich zijn. Wie o wie?
Gebruikers van het forum gaan akkoord met de forumregels.