The Jewel Hunter, 2010. Chris Gooddie. WILDGuides. ISBN: 1903657164. Paperback, 424 pagina's. Prijs: GBP 17,99. Link.

In The Jewel Hunter doet Chris Gooddie verslag van het vervullen van zijn queeste: het zien van alle pitta's die onze aardkloot te bieden heeft, binnen één jaar welteverstaan! Ik verklap het maar vast: Gooddie is hierin glorieus geslaagd. Ondanks deze wetenschap biedt The Jewel Hunter evengoed spannend leesvoer.

Gooddie wijdt zijn eerste hoofdstuk aan hoe hij "set fire to a carefully constructed career ladder". Gooddie kwam tot de conclusie dat de hele dag opgesloten zitten in een kantoor niet zijn ding is maar het stalken van pitta's wel. Dit bracht hem tot het rigoureuze besluit zijn baan op te zeggen en zijn droom waar te maken. Een dergelijke gedachte is ons misschien niet vreemd, maar Gooddie heeft het gedaan!

De resterende negentien hoofdstukken vertellen over de uitvoering van Goodie's plan. Hoewel de pitta's nou niet bepaald een grote familie vormen hebben ze echter wel een wijde verspreiding, over heel Australazië en hier en daar in Afrika. Dat maakt het logistiek ingewikkeld om ze op te rollen, laat staan in een jaar. Elk hoofdstuk beschrijft een deel van de reis en de kaartjes waar de hoofdstukken mee beginnen geven een beeld van het waar en hoe.

Vanzelfsprekend staan de pitta's in dit boek centraal. In Gooddie's schrijven komt een diep respect naar voren voor deze vogels, hun fantastische uiterlijk, hun uiterst stiekeme gewoontes en hun afgelegen maar bedreigde leefgebied. Goodie's missie was een enorme uitdaging en getuigt van een gedrevenheid die maar weinig mensen zullen kunnen opbrengen. Wat bijvoorbeeld te doen als je je arm ernstig open hebt gehaald, of langzaam dood aan het gaan bent aan dysenterie? Juist: doorvogelen!

Dit doet misschien vermoeden dat The Jewel Hunter een uiterst serieus boek is. Integendeel, het is een aaneenschakeling van grappen en grollen. Kinderachtige humor, een betere vorm is er niet. Maar natuurlijk beleef je vooral de spanning mee van de achtervolging en de opluchting bij het slagen. Bij elke ontmoeting met een nieuwe pittasoort worden de vogels tot in de puntjes beschreven. Ook is er ruimte voor diepe levenslessen als "When you think you missed a pitta, you haven't. It's extremely close, and probably just behind you." Kortom, dit is een boek door een vogelaar, voor vogelaars.

Op de volgende wijze beschrijft Gooddie hoe hij op Borneo ("The centre of the pitta universe") de enigmatische Giant Pitta ontmoette: "Giant Pittas, despite their rather bull-chested stature, have an enviable reputation for being able to flit ghost-like through the forest without leaving a trace. They are will-o'-the-wisps, ephemeral though undeniably portly wraiths able to drift unseen through a parallel dimension. They carry at all times invisibility cloaks, jaunting belts and all the other time traveller paraphernalia, and can undoubtedly slip through worm holes in space-time when necessary. Indeed, until this very moment I had doubted they existed at all, having traipsed an immeasurable distance in their wake, checking every thicket and vegetative hiding hole, whistling in the dark, and never hearing even the briefest of responses. Until now." Deze passage schept een goed beeld van wat je van dit boek kunt verwachten.

Als afsluiter heeft Gooddie The Treasure Chest bijgevoegd: een lijst van zijn trofeeën, inclusief een galerij van zijn eigen pitta foto's. Uit de lijst blijkt dat Gooddie, strategisch als hij is, heeft geanticipeerd op taxonomische ontwikkelingen. Zo was het verstandig alle voormalige Banded Pitta ondersoorten mee te nemen, want anders had hij na hun recent verkregen soortstatus (gepubliceerd in het 2010 nummer van Forktail) weer opnieuw kunnen beginnen. Gooddie heeft een groot aantal soorten pitta's weten te fotograferen. Het betreft hier geen ansichtkaarten, maar echte foto's, van echte situaties. Kortom: sfeer!

Ik kan dit boek van harte aanraden. Het enige wat mijn plezier in het lezen van dit boek temperde waren aanvallen van jaloezie.

Ben Wielstra