The North American Bird Guide; 2e druk
18 juni 2014 · 7968 × bekeken
David A. Sibley, 2014. Bloomsbury, Londen. Harde kaft, 599 pag. ISBN 978-1472909275. Verkrijgbaar bij www.natuurenboek.nl voor € 29,50.
Toen de eerste druk van dit boek in 2000 verscheen was het een instant classic. Want met alle respect voor voorgangers als bijvoorbeeld de illustere Roger Tory Peterson, 'de Sibley' was een flinke sprong voorwaarts in Noord-Amerikaanse veldgidsen. Vergeleken met zijn voorgangers was het bijvoorbeeld bijzonder compleet in kleden, ondersoorten en vliegbeelden en daarmee nog meer op herkenning gericht. Het was wellicht geen veldgids voor beginnende vogelaars; met weinig verklarende tekst zoals men die normaliter in veldgidsen aantreft.
Nu, 14 jaar later, ligt er dus een nieuwe druk voor ons. In deze boekbespreking zal ik me daarom voornamelijk richten op de verschillen tussen de eerste en de huidige druk, want de nieuwste versie van het boek is op veel punten herzien. Meest opvallend bij een eerste blik is dat het boek iets dikker is geworden (met 599 pagina's ten opzichte van 544 in de eerste druk), terwijl het formaat verder hetzelfde is gebleven. 'De Sibley' is dus nog steeds een enigszins te grote gids om mee te sjouwen in het veld, zeker vergeleken met Europese veldgidsen. Maar deze keer is duidelijk te zien waarom dit boek in dit formaat het best tot zijn recht komt.
Om te beginnen telt deze nieuwe versie 111 soorten meer dan zijn voorganger. Dit verschil wordt vooral verklaard doordat er meerdere splits zijn doorgevoerd, denk hierbij aan de three way-split van Xantus' Murrelet en de Canadese Ganzen. In dat laatste geval komen de verschillende ondersoorten van Grote- en Kleine Canadese Gans nu meer tot hun recht. De rotganzen wordt nog steeds als een soort beschouwd, maar het vierde taxon (de enigmatische Grijsbuikrotgans) krijgt nu voor het eerst erkenning als zodanig. Een tweede reden voor het grote aantal 'nieuwe' soorten, in vergelijk met de vorige editie, is een behoorlijk aantal dwaalgasten waar nu aandacht aan wordt geschonken. Zo worden o.a. Siberische Taling, Grote Kanoet en Bruine Klauwier en een hele stoet aan andere (vooral Oost-Aziatische en Midden-Amerikaanse) zeldzaamheden passeert deze keer de revue. Hiermee is het boek weer completer geworden. Tenslotte telt ook Noord-Amerika een groeiende schare exoten, waarvan de meeste, met name de soorten die zich hebben gevestigd of dat dreigen te doen, worden besproken en afgebeeld. Jammer vind ik het trouwens dat van alle ondersoorten die aan bod komen, nog steeds niet de namen worden vermeld, zodat men in andere literatuur moet opzoeken welk taxon wordt bedoeld met aanduidingen als ' Northeast', 'Interior West' en 'South Texas' (in het geval van drie van de zeven Strandleeuweriken-taxa die worden behandeld). Dat neemt niet weg dat deze titel het meest volledig is in het bespreken van de ondersoorten van Noord-Amerikaanse vogels.
Een ander, positief, verschil is dat de tekeningen groter zijn afgedrukt en dat zo'n 600 afbeeldingen zijn vernieuwd. Soms zijn ze wat aan de donkere kant, maar over het algemeen is de kwaliteit beduidend beter. En door het grotere formaat van de tekeningen is er meer ruimte voor detail waardoor het boek sterk aan gebruikswaarde heeft gewonnen. Daar komt nog bij dat er nu meer tekst is opgenomen (bij vrijwel iedere soort). In een kort tekstblok worden habitatvoorkeur, gedrag en voorkomen benoemt, een duidelijke verbetering in vergelijking tot de vorige druk. Over het voorkomen gesproken, van meer dan 700 soorten zijn de verspreidingskaarten aangepast en ge-update (in 14 jaar is er veel veranderd!), met als verschil bijvoorbeeld dat waar het optreden van dwaalgasten eerder werd weergegeven door middel van groene stippen; dit nu als eenkleurige gebieden wordt afgebeeld. In mijn ogen een realistischer kijk op het voorkomen van zeldzaamheden.
Al met al zijn beste delen van de eerste druk behouden en vaak verbeterd. Zo zijn verder de inleidende hoofdstukken, over de oorzaken van variatie in het verenkleed van een vogel, de (zeven!) pagina's over de topografie van het verenkleed en rui, erg interessant en perfect uitgevoerd. Waar de versie uit 2000 dus al uitblonk in kwaliteit van informatie en de afbeeldingen, doet deze nieuwste druk er nog eens een flinke schep bovenop waarbij vooral de grotere(hoeveelheid) tekeningen en de completere tekst belangrijke pluspunten zijn . En al zijn er best kleine onvolkomenheden te vinden (zoals typefoutjes, en met name de soms te donker afgebeelde platen), die doen er niets aan af. Of de titel nu geschikter is geworden voor beginnende vogelaars durf ik niet te zeggen, maar voor een vogelreis naar Noord-Amerika kan ik dit boek iedereen van harte aanbevelen. En ook zonder reisplannen is het zeker nuttig, bijvoorbeeld ter voorbereiding op (en tijdens) die najaarsweekenden op onze Waddeneilanden.
Van de eerste druk was overigens een leuke mobiele app beschikbaar, met van veel soorten ook de (maar niet altijd alle) geluiden, zowel voor Android als iPhone. Ook voor de nieuwe editie zijn deze apps voorzien, schijnbaar over enkele maanden.
Gert Ottens
Discussie
Dušan Brinkhuizen
·
17 juni 2014 15:41
Garry Bakker
·
17 juni 2014 15:55
Gert Ottens
·
17 juni 2014 18:27
Gert Ottens
·
18 juni 2014 15:54
Gebruikers van het forum gaan akkoord met de forumregels.