Dutch Birding

23 december 2019 - 5 januari 2020

8 January 2020  ·  Diedert Koppenol  ·  4927 × bekeken

Hoe saai de vorige periodes waren, zo gaaf was deze periode dan ineens weer. Zo zie je maar weer dat de winter nooit onderschat kan worden en zeker niet in een jaar als 2019! Wat een bizarre hoeveelheid zeldzaamheden is er toch gezien, maar daarover op de DB-dag meer. Deze periode staat vol van tegenstellingen, met prachtige discussieloze vogels en niet minder prachtige discutabele pareltjes. Er is veel om over na te denken en om van na te genieten. We blikken terug op weken 52 en 1:

Hoogtepunten

Kleine Regenwulp

Op 23 december kwam er via via een bericht dat er in de kop van Noord-Holland mogelijk een Kleine Regenwulp rondscharrelde tussen de vele honderden Wulpen die zich daar ophouden. Het was relatief laat op de dag en vlak voor de Kerst, dus velen reageerden toch terughoudend. Enkele aanvallende twitchers en lokale zoekers aanvaardden toch deze missie en rond 15:00 kwam daar het verlossende nieuws; de vogel was teruggevonden! Zodoende kon deze eerste groep de vogel bijschrijven en sommige vogelaars die -min of meer- in de buurt woonden pakten deze prachtige miniatuur-Wulp nog net voor het donker. Voor velen kwam de terugvondst helaas te laat om er nog op te reageren en dus werd er de volgende dag door een grote groep gezocht. Na een korte melding ’s ochtends bleek er verder geen spoor van de vogel te vinden. Er werd echter wel een Kleine Trap op de oude plek gevonden, maar daarover later meer. Aan het eind van deze druiligere dag werd de vogel toch nog teruggevonden een stuk verderop, maar was daar helaas maar kort in beeld en de groep Wulpen vloog op. De pret was echter niet lang bedorven, want even verderop werd de Kleine Regenwulp weer gezien. De snelle chauffeurs en fietsers konden aanschuiven bij een dichtbij foeragerende Kleine Regenwulp die zich goed liet bekijken. De grootste groep mensen besloot echter om vanaf de vorige plek te gaan lopen, wat nog een ruime kilometer rennen was en dat leek dan een eeuwigheid te duren ... Na een kleine twintig minuten vloog hij op en landde achterin een volgend weiland waar hij alleen nog maar met de scope te zien was.

Kleine Regenwulp Numenius minutus, Schagen, Polder Burghorn, 26 december 2019 (Jaap Denee)

De 25ste was de vogel weer aanwezig op de oude plek en liet zich daar goed bekijken, dit keer met mooi zonlicht. De volgende dagen bleef het lastig om de Kleine Regenwulp te lokaliseren, maar toch lukte dat elke dag, soms zelfs op tien kilometer van de oude plek vandaan. Deze nieuwe soort voor Nederland is een langverwachte parel die zelfs in het buitenland niet gemakkelijk te zien is. Voor velen zal dit prachtige dwergje hoog eindigen in de ranking van zeldzaamheden van 2019 en het zou mij niet verbazen als deze soort de prijs ‘Zeldzaamheid van het jaar’ zou winnen!

Kleine Regenwulp Numenius minutus, Kolhorn, Poolland, 25 december 2019 (Alex Bos)

Het betreft de negende waarneming voor de WP, wat tot gevolg had dat er ook veel twitchers uit omliggende landen, zoals Spanje, Hongarije, Zwitserland, Duitsland en Zweden, op bezoek kwamen. Dit jaar had Zweden er overigens ook al één, maar die was voor velen onbereikbaar.

Grote Trap

Grote Trap Otis tarda, Brielle, 29 december 2019 (Wietze Janse)

Terwijl we allemaal lekker op Facebook de herinneringen van Kerst 2010 aan het liken waren en de bijbehorende ‘oh ja, dat was gaaf hè’s’ nog niet hadden uitgesproken, werd er ineens op 28 december bij Brielle (ZH) een echte Grote Trap in Nederland gemeld. Zo snel als het hart dan gaat kloppen, zo snel werd ook bekend dat de vogel geringd en gezenderd was. Het blijft natuurlijk een gave vogel, maar voor de telbaarheid vormde dit toch een groot gevaar, door de bekende herintroductieprojecten in Engeland en Duitsland. Na speurwerk en mailverkeer blijkt het inderdaad om een vogel uit Duitsland te gaan, die in een broedmachine is uitgebroed en daarna losgelaten is. Zo’n geval als dit doet aardig wat stof opwaaien, dat net weer was neergedaald na Casus Lammergier, want de huidige regels laten nog geen acceptatie toe van herkenbare projectvogels. En al helemaal niet van uitgebroede exemplaren natuurlijk, maar de kwestie over herintroductie zal nog lang bediscussieerd blijven. Waarom Raaf, Ooievaar en Grauwe Gans wel en die andere soorten niet? Heeft dit dier niet zelf besloten om naar Nederland te vliegen? Wat te denken van de doelen van herintroductie? Zijn zij niet opgericht met het oogpunt om de natuur te beschermen en te behouden? Waarom zouden wij, als natuurliefhebbers en vogelaars, die vogels dan ogenschijnlijk als minderwaardig bestempelen? Aan de andere kant, zou je dan niet net zo goed naar de dierentuin kunnen gaan? Wanneer wordt de natuur onnatuurlijk beïnvloed? Wat vindt u? Laat het achter in de comments. 😉

Grote Trap Otis tarda, Brielle, 29 december 2019 (Frank Coenjaerts)

Overzicht

Eenden en ganzen

Op 23 december werd bij Delfgauw een ongeringde Ross’ Gans in een groep Grauwe Ganzen en Grote Canadese Ganzen gevonden. Na een tijd van afwezigheid werd hij op 28 december weer gemeld. De vogel verplaatst zich over een vrij groot gebied tussen Delft en Schiedam (ZH) en was nog de gehele periode aanwezig. Net als de voorgaande gevallen bezit deze gans goede papieren, voor zover dat mogelijk is bij deze soort. De CDNA heeft nog een aardige groep Ross’jes verzameld om te beoordelen en ook hier kan men alleen maar afwachten wat het oordeel zal worden. Op 30 december werd een mogelijke Taigarietgans gefotografeerd nabij Finsterwolde (GR). Deze soort is enorm in zeldzaamheid aan het toenemen, nu de jaarlijks terugkerende vogels ook verdwenen zijn.

Ross' Gans Anser rossii, Schiedam, 4 januari 2020 (Wilma van Holten)

Bij Den Oever (NH) was de Buffelkopeend nog de gehele periode aanwezig. De Kleine Topper van Marken (FL) was nog aanwezig tot en met 25 december en lijkt nu toch verdwenen. De Kokardezaagbek van de Rottemeren (ZH) was gelukkig nog wel gewoon de hele periode aanwezig. Een nieuwe zeldzame eend werd op 26 december in de avondschemer ontdekt bij Voorst in de Rammelwaard (GE). Een ongeringde Bronskopeend hield zich hier op tot en met 29 december. Betere papieren voor een eend zijn bijna niet denkbaar; ongeringd, langs de IJssel, ver weg, optrekkend met de juiste soort. Het oordeel van de CDNA zal hier niet verbazingwekkend zijn en dit betreft een fijne inhaler voor velen van de jonge generatie. Het zou het 14de geval voor Nederland betreffen.

Bronskopeend Mareca falcata, Voorst Rammelwaard, 28 december 2019 (Bram Roobol)

Andere watervogels en trappen

De Zwarte Ibis van Warffum (GR) was nog aanwezig tot en met 4 januari. Ook de Flamingo van Texel (NH) was nog steeds aan het relaxen op het eiland. Je zou toch van zo’n vogel verwachten dat hij de warmere eilanden op zou zoeken, maar blijkbaar is het goed toeven op Texel (iets wat ik mij totaal niet kan voorstellen). De Roze Pelikaan vindt het allemaal prima in het Reestdal (OV/DR), samen met zijn honderdtal vriendjes, en was nog de gehele periode aanwezig. Op 24 december, terwijl men naarstig op zoek was naar de Kleine Regenwulp werd er ineens een appje gestuurd in de Dutch Birding Whatsappgroep, “Hier nu Kleine Trap”. Instinctief denkend dat dit wel een typfout móest zijn, verplaatste iedereen zich zo snel mogelijk naar de gestuurde locatie. Velen zullen dan ook met verbazing door hun scope gekeken hebben, naar een échte Kleine Trap. In hetzelfde veld als waar daags ervoor de regenwulp verbleef, zat nu ook nog eens deze zeldzame unit. De volgende dag waren beide ‘kleine’ zelfs in één beeld te bezichtigen. In tegenstelling tot de regenwulp was de Kleine Trap maar twee dagen aanwezig. Het betreft alweer het 49ste geval voor ons kleine landje, met zelfs in het begin van 2019 nog een langblijvend geval

Kleine Trap Tetrax tetrax, Kolhorn Poolland, 24 december 2019 (Luuk Punt)

Kleine Trap overzicht gevallen (Dutch Avifauna)

Rovers

De enige noemenswaardige rover van deze periode betreft een juveniele Steppekiekendief bij Polder Kooifenne (FR), die eerder dit jaar waargenomen was en nu in dezelfde omgeving overwintert. Naast het adulte dier van Groningen, lijkt het erop dat Nederland steeds vaker gastland wordt voor overwinterende Steppekiekendieven.

Steltlopers

Naast een enkele Rosse Franjepoot bij Zierikzee (ZL) blijft het in deze categorie verder lekker stil en kan men mooi genieten van de Kleine Regenwulp.

Zeevogels, meeuwen en sterns

De Zwarte Zeekoet van de Brouwersdam (ZH) was aanwezig van 24 december tot en het einde van deze periode en liet zich af en toe goed bekijken. Ook de Kleine Alk van het Veerse Meer (ZL) was nog aanwezig t/m 5 januari. IJsduikers werden voornamelijk langs de kust gezien, onder andere bij de Brouwersdam, langs Katwijk (ZH), bij de Oosterscheldekering (ZL), bij Terneuzen (ZL) en bij IJmuiden (NH). Op 23 december was er nog maar één aanwezig op het Volkerakmeer (ZH).

IJsduiker Gavia immer, Neeltje Jans, 1 januari 2020 (Marcel Klootwijk)

Het loopt nog steeds niet storm met de arctische meeuwen, waar van de Grote Burgemeester alleen de vogel van Vlissingen (ZL) nog gemeld werd. Ook de Kleine Burgemeester zat nog lekker in Amsterdam (NH) tot en met 5 januari. In de Brabantse Biesbosch (NB) werd op 2 januari een 2de kj Kleine Burgemeester gevonden die later werd herontdekt bij de vuilverwerking van Dordrecht (ZH) en steevast bleek te slapen in de Sophiapolder, aan de Noord in het nabijgelegen Hendrik-Ido-Ambacht (ZH). Vanwege waargenomen vliegbewegingen en het overeenkomstige kleed gaat het hier zeker om dezelfde vogel. De Witwangstern van Stellendam lijkt te zijn vertrokken en werd voor het laatst op 26 december waargenomen.

Zangvogels en de rest

Onze favoriete Schildraaf is nog steeds aanwezig te Leeuwarden (FR). Hij begint een soort cultheld te worden, wat je ook van hem vindt, hij blijft lekker zitten! Ook de Kuifleeuwerik bracht de feestdagen bij ons door, wellicht nadenkend over de teloorgang van zijn voorouders in ons land, waar 2020 zomaar het laatste jaar mét Kuifleeuw kan zijn. Op 30 december werd een Humes Bladkoning gemeld bij de Duurswouderheide (FR). Op 1 januari luidde Zeeland het nieuwjaar goed in met een Bruine Boszanger in Middelburg. De vogel werd ontdekt door een vogelaar in zijn eigen tuin. Helaas was hij vrij lastig en de volgende dag alweer verdwenen.

Pestvogel Bombycilla garrulus, Zwolle, 25 december 2019 (Gertjan van der Kooij)

Verscheidende overwinterende Pestvogels werden nog steeds gezien, met name in het noordelijke deel van ons land, met vogels in Groningen, Leeuwarden, Zwolle, Bant (FL) en het Lauwersmeergebied. Op 26 december werd een Roodbuikwaterspreeuw bij Kerkrade (LI) gefotografeerd.

Roodbuikwaterspreeuw Cinclus cinclus aquaticus, Kerkrade, 26 december 2019 (Paul van Nuys)

De afsluitende vogel van dit overzicht betreft een Dwerggors in de Zuid-Hollandse tuin van één van de oud-voorzitters van DB die daar op 25 december aanwezig was. Ondanks verwachtingen van een mogelijke overwintering was de gors de volgende dag spoorloos verdwenen. Die verwachting was overigens niet uit de lucht gegrepen, want op precies dezelfde locatie -toen nog zonder bebouwing- verbleven al eerder twee veelgetwitchte Dwerggorzen in de winter van 1995-96.

Dwerggors Emberiza pusilla, Katwijk aan Zee, 25 december 2019 (René van Rossum)

Nieuws uit de WP

Het WP-nieuws begint dit keer bij de zoveelste Bruine Klauwier (Brown Shrike) dit jaar, waar de tweede voor Italië op 23 december gevonden werd bij Udine. Er zijn zo nog maar een paar landen die in 2019 geen Bruine Klauwier hebben kunnen bijschrijven. Op diezelfde dag werd er een raft van 34 Ringsnaveleenden (Ring-necked Ducks) bij São Miguel op de Azoren gevonden, wat één van de grootste groepen in de WP moet zijn geweest.

Op 24 december werd in Ierland bij Cork een Pacifische Parelduiker (Pacific Diver) gevonden. Een long-overdue nieuwe soort voor Nederland, die een mooie doelsoort vormt voor het tweede deel van de winter. Zorg ervoor dat je die IJsduikers (Great Northern Diver) en Parelduikers (Arctic Diver) langs de kust en op de meren goed checkt, want wie weet! Op 30 december werd een Pacifische Waterpieper (Buff-bellied Pipit) gevonden bij Fisteira, Spanje. Het betreft alweer het tweede geval voor Spanje. Net als de voorgaande soort, wordt het ook wel eens tijd dat we er hier één van ontdekken.

Op Oudjaarsdag dook er een foto op van 11 oktober 2017 waarop het tiende Amerikaans Purperhoen (Purple Gallinule) voor de Azoren op Corvo te zien was. 1 januari was een drukke dag voor de WP deze periode, waarbij België het jaar 2020 het beste begon, met een erg meewerkende Bruine Lijster (Dusky Thrush). Alweer het zevende geval voor onze Zuiderburen, maar een stuk beter twitchbaar dan het voorgaande dier. De vogel is nog steeds aanwezig en ook door enkele Nederlandse vogelaars al bezocht. Bij onze overburen werd kort een Ross’ Meeuw (Ross’s Gull)  waargenomen in Cornwall, die helaas niet teruggevonden werd. Een andere enorm gave waarneming die gedaan werd in Ierland op deze dag betreft een zoogdier van kaliber en formaat; een heuse Klapmuts (Hooded Seal). Het vierde dier dat Ierland bereikt en helaas zullen we door klimaatverandering en het smelten van de poolkap meer van dit soort verdwaalde dieren kunnen verwachten, ook in ons land. Bij de verdere zuiderburen werd de tiende Koningseider (King Eider) voor Frankrijk ontdekt in Douarnenez.

Bruine Lijster Turdus eunomus, Oud Turnhout, België, 4 januari 2020 (Reinder Genuït)

De volgende dag werd in Israël een Afrikaanse Kwartelkoning (African Crake) verzwakt opgepakt in Eilat. Het betreft het eerste geval voor Israël en het 12de bekende geval voor de WP.

Op 3 januari werd een Forsters Stern (Forster’s Tern) gefotografeerd in Frankrijk, wat het 17de geval betreft. Aan de andere kant van de WP werd een Eversmanns Roodstaart (Eversmann’s Redstart) gevonden in Koeweit, wat het 16de geval betreft.

De glazen bol

Waar te beginnen na zo’n jaar als 2019? De hoeveelheid zeldzaamheden lijkt amper te overtreffen, maar laten we het dan meteen goed doen. Een blik in het verleden leert ons dat januari twee van de zes Stellers Eiders van de Nederlandse lijst opleverde. Na het pleisterende mannetje van Schotland om ons jaloers te maken, wordt het nu tijd dat wij als Nederland terugslaan met ons eigen dier, en dan natuurlijk met zo’n mooi mannetje. De Waddeneilanden lijken erg geschikt hiervoor en Schiermonnikoog heeft al een geschiedenis met deze soort, dus waarom niet nog een keer? Liefst dan lekker makkelijk op de Westerplas, in plaats van op het strand duizenden kilometers ver.

Stellers Eider Polysticta stelleri, Lelystad, 28 januari 1987 (Kees Breek)

De eerste (en enige) Maskerklauwier van Nederland bezocht ons land ook in januari; daar zal toch gauw een herkansing voor moeten komen. Om het iets meer in het realistischere spectrum te brengen, los van erg makkelijke voorspellingen zoals meer Kleine Burgemeesters, en met de huidige verplaatsing van het koufront naar eind januari/begin februari, zou een echte wintersoort als Sperweruil of Giervalk toch zomaar kunnen verschijnen. Het langverblijvende exemplaar van Zwolle staat nog vrij vers in het geheugen, maar dat was slechts het vierde geval voor Nederland. En wees eerlijk, tegen zo’n gave soort zegt niemand nee. Ook Giervalken ontbreken in grote aantallen op de Nederlandse lijst, met maar drie gevallen na 2000. Het laatste geval dateert alweer uit winter 2011/2012 en dat is heden ten dage alweer acht jaar geleden. Ook werkte dit geval niet altijd makkelijk mee, een goede herkansing is dus zeker op zijn plaats. Ook hier zou ik Schiermonnikoog aan willen raden als een goede locatie, maar dat komt dan waarschijnlijk door mijn voorliefde voor dat eiland. Elk groot braakliggend gebied kan een Giervalk herbergen, zoals de Eemshaven, het Lauwersmeergebied en de Delta. Check die Slechtvalk dus maar even goed, want wie weet!

Sperweruil Surnia ulula, Brunssum, 2 april 1995 (Hans van der Laar)

Giervalk Falco rusticolus, Schiermonnikoog, 27 maart 1998 (Arnoud van den Berg)

We willen alle waarnemers en fotografen hartelijk bedanken voor hun bijdrages aan dit verslag.
We would like to thank all observers and photographers for their contributions to this report.

Diedert Koppenol

Discussie

Bas van der Burg

Bas van der Burg
 ·  8 January 2020  13:59, gewijzigd 8 January 2020  14:00

Hoi Diedert, mooi verhaal weer. Wel puntje van aandacht mbt tekst bij de Dwerggors van 25 december. Het groepje van 3 Dwerggorzen in 1990 bevonden zich in het toenmalige volkstuinencomplex langs 'het Zwarte Pad' wijk Rijnsoever. Deze wijk ligt in het noordelijk deel van Katwijk. In de winter van 1995/1996 zaten er overigens niet 1 maar 2 Dwerggorzen op De Zanderij (en in sept 1996 een Kleine Spotvogel en in november 1996 een Witkopgors, maar dat geheel terzijde....).

groetjes


Bas vd Burg

Garry Bakker

Garry Bakker
 ·  8 January 2020  14:05, gewijzigd 8 January 2020  14:09

Dat van die drie in Rijnsoever moeten diverse waarnemers dan maar eens correct in waarneming.nl zetten! ;-)

Gert Ottens

Gert Ottens
 ·  8 January 2020  14:07

Die Purperkoet van Corvo was in werkelijkheid een Amerikaans Purperhoen. Ook leuk!

Diedert Koppenol

Diedert Koppenol
 ·  8 January 2020  14:12, gewijzigd 8 January 2020  14:13

@Bas, dank. Zoals Garry al aangeeft hadden we dit uit de database van wrn.nl gehaald, dank voor de toevoeging, het is nu aangepast!

@Gert, dank, foutje in de vertaling, aangepast!

Ben Gaxiola

Ben Gaxiola
 ·  8 January 2020  15:01

@Diedert

Het mailtje dat jij kreeg over de Grote Trap is -op de voornaam na- exact hetzelfde als het mailtje dat ik kreeg. :-)


Laat die Stellers maar komen, maar dan liever dobberend voor de pier van HvH.

Diedert Koppenol

Diedert Koppenol
 ·  8 January 2020  15:04

@Ben, ja, dat was mij ook opgevallen, zal wel een copy-paste zijn geweest, vermoed ik. :)

Jaap Denee

Jaap Denee
 ·  8 January 2020  16:32

Mooi werk weer, Diedert. En leuk om te zien dat we met onze foto's van de Kleine Regenwulp, de Kleine Trap en de Belgische Bruine Lijster weer helemaal terug gaan naar de kwaliteit van de foto's uit de jaren '80 en '90. Nostalgie ten top!

Gebruikers van het forum gaan akkoord met de forumregels.

Feedback?