De droge en warme maand april was bijzonder goed gevuld met zeldzaamheden, waarvan de belangrijkste nieuwe helaas slechts aan zeer weinigen waren voorbehouden. De Brileider van Texel was daar nog de gehele maand te zien, zij het soms met veel moeite, en de Keizerarend en de Canadese Kraanvogel waren maar voor zeer weinigen weggelegd. Maar er werd nog veel meer gezien en dat gaan we nu allemaal rustig doornemen.

Hoogtepunten

Brileider

De Brileider was nog de gehele maand aanwezig op de Waddenzee bij Texel, waar de vogel meestal alleen op grote afstand - en niet altijd - te zien was. Op 21 april maakte de vogel een bliksembezoek aan Utopia op Texel, samen met de vele mannetjes Eider die ook even in "het binnenland" gaan kijken rond deze tijd. Gedurende de rest van de maand was de vogel wel aanwezig, maar werd niet waargenomen. Dat was pas in mei weer zo.

Brileider Somateria fischeri, Utopia, Texel (NH), 26 april (Ruud van Beusekom)

Canadese Kraanvogel

Een van de twee Duitse Canadese Kraanvogels, die al het gehele voorjaar vogelaars aan de grens met Duitsland, maar ook in de rest van het land, uiterst zenuwachtig maakte, werd uiteindelijk aan het eind van de maand in Nederland gezien, bij het Fochteloërveen. Het betreft hier het derde geval van deze soort van Nederland. Helaas bleek de vogel nadien onvindbaar voor de liefhebbers.

Keizerarend

De vijfde Keizerarend voor Nederland werd gezien en gefotografeerd op 21 april bij Leusden (U) en op 22 april over de Hoog Buurlosche Heide (GLd). Was de eerste van de twee waarnemingen nog niet geheel zeker, de tweede - van dezelfde vogel - was dat wel. Op 21 april werd mogelijk dezelfde vogel gezien, maar niet op soort gedetermineerd, bij Den Bommel (ZH). 

Havikarend

Een echte Havikarend, met enorm brede vleugels, zodat de vogel er voor sommigen wat raar uitzag, werd op 8 en 9 april gezien in de Mient in het Noordhollands Duinreservaat (NH).

Havikarend Aquila fasciata, Noordhollands Duinreservaat (NH), 8 april (Jan Keizer)

Kleine Zwartkop

Een zeer korte waarneming van een Kleine Zwartkop in de Coepelduynen bij Katwijk (ZH) was pas de twaalfde voor Nederland, en de eerste sinds 2018. Helaas kon deze onbegrijpelijk zeldzame doorschieter maar korte tijd worden waargenomen.

Aziatische Roodborsttapuit

Een Kaspische Roodborsttapuit, dat is de spectaculair contrastrijke ondersoort hemprichii van de Aziatische Roodborsttapuit, werd op 26 april gevonden in de haven van IJmuiden. Het was pas de derde van Nederland.

Kaspische Roodborsttapuit Saxicola maurus hemprichii, IJmuiden (NH), 26 april (Sven Valkenburg)

Overzicht

Eendachtigen

De laatste Witbuik- en Zwarte Rotganzen bevonden zich, op enkele in Zeeland na, allemaal in Noord-Holland, Friesland en Groningen, met de meeste op de Waddeneilanden. Hetzelfde gold voor de Roodhalsgans. Dé zeldzaamheid van het jaar tot nu toe, en waarschijnlijk ook van de maanden die nog moeten komen, en volgens sommigen van de eeuw tot nu toe, dat is wel de Brileider. De ware liefhebbers moesten wel lijden om de soort te zien te krijgen, want tot ongeveer 21 april was de vogel alleen op grote afstand te zien, op zijn bekende plek in de buurt van de IJzeren Kaap op Texel. Later bleek de vogel voor De Schorren, een paar kilometer noordelijker, te zitten en daar was hij iets gemakkelijker te zien. Op 26 april bleek de hij ineens aanwezig tussen mannetjes Eider die rond deze tijd af en toe het eiland opgaan. In het reservaat met de toepasselijke naam Utopia was de vogel enige uren mooi te zien, en toen de vogel na enige uren terugvloog naar de Waddenzee, waren de vluchtfoto's werkelijk adembenemend.

Brileider Somateria fischeri, Utopia, Texel (NH), 26 april (Han Zevenhuizen)

Een Marmereend werd op 28 en 30 april gefotografeerd in de Jan Durkspolder in Alde Feanen (Fr). Het was helaas niet de derde wilde van Nederland maar een ontsnapte vogel; hij bleek enige dagen later een gele plastic ring te dragen.

Marmereend Marmaronetta angusirostris, Jan Durkspolder, Alde Feanen (Fr), 30 april (Katy Peeters)

Wat kunnen we nog zeggen over de Ringsnaveleend? De vogel van Heerhugowaard (NH) maakte op 27 april een uitstapje naar Oudorp (NH), maar vloog al snel weer terug naar zijn vertrouwde plek. Het wijfje van Westdorpe (Zld) was ook de hele maand nog aanwezig. Twee of drie Kleine Toppers werden gezien: een of twee stuks in en bij het IJsselmeer in Friesland, op 17 dagen en ongeveer 14 km van elkaar verwijderd, en een andere op de Hellegatsplaten (ZH), vanaf 27 april. De Siberische Taling in het plaatsje Sint Pancras (NH) werd daar nog tot 7 april gezien. Naar aan te nemen valt werd dezelfde vogel op 9 april nog in Heerhugowaard (NH) gezien, daar vlakbij.

Siberische Taling Sibirionetta formosa, Heerhugowaard (NH), 9 april (Peter van Brandwijk)

Vanaf 6 april werd een mannetje Bronskopeend gezien op de een water dat de fascinerende naam het Scheur draag, bij Maassluis en Rozenburg (ZH); waarschijnlijk de vogel die daar ook voorgaande jaren enige tijd verbleef, en tussendoor in Vlaardingen en Zoetermeer werd teruggevonden. Op 13 en 14 april werd er een gezien in de Vreugderijkerwaard bij Zwolle (Ovl), en in het rivierpark Maasvallei bij Itteren (L) zat er een vanaf 24 april.

Bronskopeend Mareca falcata, Rozenburg (ZH), 29 april (Nol Baarschers)

April is de maand van de Amerikaanse Wintertaling. Er werden er deze april maar liefst zeven gezien, bijna alle op plaatsen waar veel wordt gevogeld, zoals de Brabantse Biesbosch (NB), de Hamert (L), de Ezumakeeg (Fr), de Lepelaarsplassen (Fl), op Vlieland (Fr) en Terschelling (Fr). Of deze classificatie ook voor Castelre (NB) geldt, waar op 23 april een mannetje werd gezien, is ons nog niet duidelijk.

Gierzwaluwen tot aalscholvers

Op 12 april werd in de namiddag en avond op drie plekken een langstrekkende Alpengierzwaluw gezien; langs Breskens (Zld), langs Ouddorp en even later langs Havenhoofd, beide op Goeree (ZH). Als het dezelfde vogel was - en dat lijkt niet onaannemelijk- legde deze de afstand van ongeveer 52 km tussen eerste twee plekken af in 1 uur en 50 minuten en dat betekent met een snelheid van ongeveer 29 km/u.

Alpengierzwaluw Tachymarptis melba, Breskens (Zld), 12 april (Huibert van den Bos)

Van 4 tot 11 april en mogelijk ook op 12 april was een adult mannetje Klein Waterhoen aanwezig en regelmatig goed zichtbaar in de buiten gebruik zijnde "Waterharmonica" bij Elburg. Over waterharmonica's zou het DB Terugblik-team van alles kunnen vertellen, maar daar is dit forum niet voor bedoeld.

Klein Waterhoen Porzana parva, Elburg (Gld), 9 april (Jaap Denee)

Een van de door liefhebbers van zeldzaamheden meest gewilde soorten mag wel de Canadese Kraanvogel zijn. Al geruime tijd - vanaf begin november om precies te zijn - hield zich een vogel op in Emsland, Duitsland, dichtbij de Nederlandse grens, in de buurt van Coevorden (Dr). Op 22, 23, 26 en waarschijnlijk 28 april zou de vogel bij het Fochteloërveen (Fr) zijn gezien. Meer details zijn hier te vinden. Helaas bleek de vogel daarna onvindbaar. De beschrijving door de enige waarnemers van 28 april is zowel treffend als ontwapenend: "Wij waren aan het fietsen in het Fochteloërveen toen een buitenlandse vogelspotter ons aansprak en vertelde dat hij naar een bijzondere kraanvogel keek. Wij mochten even door zijn telescoop kijken en volgens deze man was dit een Canadese Kraanvogel. Er liepen meerdere Kraanvogels maar deze was veel kleiner en grijzer. Ongeveer twee keer zo klein. Er zat ook meer rood op de kop, dit was iets feller gekleurd. Volgens deze man heeft deze vogel eerder in Duitsland gezeten". Mocht u deze soort nog nooit in Nederland hebben gezien, dan begrijpt het DB Terugblik-team dat de tranen u over de wangen biggelen! Er is een tijd geweest dat de IJsduiker als gematigd zeldzaam te boek stond. Het is natuurlijk nog steeds geen algemene wintervogel, maar vijf IJsduikers , waarvan enkele baltsend, op het IJsselmeer langs de Houtribdijk (Fl) op 18 april is wel het vermelden waard.... Daarbuiten werden er nog twee gezien, een op de Oosterschelde (Zld) op 9 april en een bij Groote Keten (NH) op 20 april. De Dwergaalscholver deed wat van de vogel verwacht werd: lekker op zijn plek blijven. De hele maand was de vogel van het Natuurpark Lelystad daar nog te vinden.

Waders

Negen Grielen werden in april in Nederland gezien. Nadat er in 2023 slechts één gezien werd, keerden de aantallen dus weer terug naar zoals we die de laatste jaren kennen; globaal tussen vijf en vijftien per jaar.

Griel Burhinus oedicnemus, Vogelvallei, Maasvlakte (ZH), 14 april (Johan Torn)

Een Amerikaanse Goudplevier werd op 16 april gezien bij Ouwerkerk (Zld). Op 24 april werd er nog een gezien op de Slikken van Flakkee (ZH) en op 30 april werd er weer een gezien op het strand van het Oostvoornse Meer (ZH).

Amerikaanse Goudplevier Pluvialis dominica, Slikken van Flakkee (ZH), 24 april (Arie Kolders)

Vrijwel alle Morinelplevieren, zo'n 30 à 40, werden aan de kust gezien, met de meerderheid op Texel (NH). Niet aan de kust werd de soort waargenomen in Waddinxveen (ZH) op 3 april en bij Angeren (Gld) op 12 april; in beide gevallen betrof het roepende vogels die rond middernacht werden opgemerkt. Van 6 tot 11 april was een populaire Poelruiter aanwezig in de Crezéepolder bij Ridderkerk (ZH). Ook een andere vogel in De Onlanden (Dr) van 11 tot 15 april trok veel bekijks. Enige andere exemplaren trokken minder belangstelling.

Poelruiter Tringa stagnatilis, Ridderkerk (ZH), 7 april (Anco Euser)

Op 1 april werd een Grote Grijze Snip gezien in de Balgzandpolder bij Den Helder (NH). Op 22 april werd er weer een gezien op een plek met de ontluisterende naam De Verzakking, bij het Amstelmeer (NH).

Zeekoeten tot en met roofvogels

Zwarte Zeekoeten werden gezien in de Voordelta voor Schouwen (Zld), op 2, 17, 18 en 20 april, op de tegenwoordig min of meer gebruikelijke 1,5 à 2 km afstand. We voorspelden het al in april 2023: in 2025 zouden we meer dan 25 gevallen van de Grijze Wouw kunnen verwelkomen. Tot en met april werden al in 17 uurhokken Grijze Wouwen gezien, dus het lijkt erop dat dat aantal zeker gehaald gaat worden. De Slangenarend was er vroeg bij dit jaar: na verschillende onduidelijk waarnemingen in de eerste week van april werden vanaf 14 april op de Hoge Veluwe (Gld), op 15 april bij Batenburg (Gld) en vanaf 22 april op het Fochteloërveen (Fr) vogels gezien. Een onverwacht vroege Vale Gier, maar zeker niet de vroegste ooit, werd op 13, 14 en 18 april gezien in Noord-Brabant. Wie wil er niet een Keizerarend over zijn tuin zien vliegen? Dit overkwam een vogelaar uit Leusden (U) op 21 april. De determinatie was nog moeilijk (met name om Spaanse Keizerarend uit te sluiten), maar kon de volgende dag worden bevestigd, toen dezelfde vogel bij Kootwijk (Gld) werd gezien, op ongeveer 25 km afstand van de waarneming van een dag eerder. Een andere waarnemer herkende zijn 'arend spec' op 22 april vliegend richting noordwest bij Den Bommel (ZH) in deze waarnemingen...

Keizerarend Aquila heliaca, Leusden (U), 21 april (Marc Dijksterhuis)

Op 8 april werd in de vroege avond een Havikarend ontdekt in het Noordhollands Duinreservaat (NH). Het was vrijwel exact dezelfde locatie als waar op 23 en 24 april 2020 ook een jonge Havikarend verbleef. De volgende ochtend werd de vogel opnieuw korte tijd gezien door een flink aantal liefhebbers. Aangezien velen de vorige gevallen hadden gemist, maakte dit geval de waarnemers heel blij. In niet minder dan 89 uurhokken werden Steppekiekendieven gemeld, en dat is in meer uurhokken dan de 84 waarin Grauwe Kiekendieven werden gemeld. Nu ligt de piek voor de doortrek van de laatste natuurlijk meer in mei, maar toch. Nog niet zo heel lang geleden zou de vaststelling dat Steppekiekendief algemener is dan Grauwe als "gezwam uit de ruimte" zijn geclassificeerd.

Steppekiekendief Circus macrourus, Nieuwvliet (Zld), 3 april (Arjan Dwarshuis)

Zangvogels

Op 26 april werd een Roodkopklauwier gezien bij Domburg en Westkapelle op Walcheren (Zld). Op 29 april bevond zich er een in Eierland op Texel (NH) en op 30 april zat er een in het Noordhollands Duinreservaat (NH).

Roodkopklauwier Lanius senator, Texel (NH), 29 april (Jeroen de Bruijn)

Weinig verrassende Bonte Kraaien werden gezien langs de kust van Nederland op zeven plekken, maar niet in Noord-Holland. Een opmerkelijke vloog nog over de Rijn bij Arnhem (Gld) op 5 april. Met Roodstuitzwaluwen was het nog niet zo druk. Op 5, 7, 12 en 30 april vlogen er vogels noordwaarts langs de Zeeuws-Vlaamse kust, vooral langs Breskens (Zld). Andere waarnemingen betroffen vogels op Terschelling (Fr) op 13 april en over Kennemerland en IJmuiden (NH) op 20 april. De Humes Bladkoning van Culemborg (Gld), die daar al vanaf 24 februari verbleef, werd voor het laatst waargenomen op 19 april. Twee andere vogels werden in Limburg gezien: van 6 tot 10 april bij Meerssen en op 13 april in de Hamert. Iberische Tjiftjaffen zongen vanaf 11 april in het Noordhollands Duinreservaat (NH) en van 18 tot 26 april bij Bouwepet bij Hurdegaryp (Fr). Een mannetje op 20 april en een wijfje van 20 tot 26 april op verschillende locaties op Schiermonnikoog (Fr) waren de eerste voor het eiland.

Iberische Tjiftjaf Phylloscopus ibericus, Schiermonnikoog (Fr), 20 april (Wouter van der Ham)

De Kleine Zwartkop is een soort die helemaal niet zo heel ver weg broedt en in zijn broedgebied behoorlijk algemeen is, maar toch is de soort in Nederland uiterst zeldzaam. Een vogel in de Coepelduynen bij Katwijk (ZH) was helaas slechts kort te bewonderen.

Kleine Zwartkop Sylvia melanocephala, Katwijk aan Zee (ZH), 20 april (Gijsbert Twigt)

In dezelfde struik in de haven van IJmuiden waarin de volgende soort zat, werd na enige tijd plotseling een Balkanbaardgrasmus ontdekt. Een dergelijke dubbelslag maken we niet iedere dag mee. Nog een andere Balkanbaardgrasmus werd op 15 april op de Maasvlakte (ZH) ontdekt; het was de vroegste ooit. 

Balkanbaardgrasmus Sylvia cantillans, IJmuiden (NH), 26 april (Hendrik Beukelman)

Een Aziatische Roodborsttapuit van de ondersoort hemprichii, de spectaculaire Kaspische Roodborsttapuit, was op 17 april het eerste deel van deze dubbelslag in de haven van IJmuiden.

Kaspische Roodborsttapuit Saxicola maurus hemprichii, IJmuiden (NH), 26 april (Arnoud van den Berg)

Het tegelijkertijd in elkaars nabijheid voorkomen van meerdere zeldzame soorten, zoals bovengenoemde Balkanbaardgasmus en Kaspische Roodborsttapuit, komt niet heel vaak voor. We konden twaalf gevallen van simultane zeldzaamheden vinden, waarvan bij vier daarvan een of meerdere Breedbekstrandlopers betrokken waren. De begeleiders waren niet de minste: Roodkeelstrandloper, Grote Franjepoot, Bonapartes Strandloper en Alaskastrandloper. Drie simultane gevallen van de twaalf vonden plaats op de Maasvlakte (ZH): Izabeltapuit en Mongoolse Pieper, Swinhoes Boszanger en Aziatische Roodborsttapuit, en Geelsnavelkoekoek en Raddes Boszanger. Op eerste kerstdag 2019 zaten de eerste Kleine Regenwulp van Nederland en een Kleine Trap in de late middag op ongeveer 100 m van elkaar. Twee dwaalgasten in dezelfde struik is al helemaal zeldzaam. Ons zijn buiten bovengenoemd geval alleen twee Raddes Boszangers bekend, de eerste op 4 oktober 2000 in De Tuintjes op Texel, in dezelfde struik als de Turkestaanse Klauwier die drie dagen daarvoor was ontdekt; de ander op 11 november 2021 op de Hondsbossche Zeewering, in dezelfde struik als de toen al sinds 29 oktober verblijvende Provençaalse Grasmus.

Als laatste zeldzaamheid is de Dwerggors aan de beurt, waarvan van 17 tot 22 april de enige zekere werd waargenomen bij Kropswolde (Gr).

Een rondje langs de West-Palearctische velden

Voor de buitenland-georiënteerde liefhebbers van zeldzame soorten in de Westelijke Palearctis hebben we besloten om voortaan ook de Engelse naam van de genoemde soorten te vermelden.

Azoren

Een Maskerzanger (Common Yellowthroat), Kleine Blauwe Reiger (Little Blue Heron) en Amerikaanse Meerkoet (American Coot) verbleven nog steeds op de Azoren.

Britse Eilanden

Een Blauwstaart (Red-flanked Bluetail) op 11 april op de Shetlands betrof een zeldzaam voorjaarsgeval. De Balkanbergfluiter (Eastern Bonelli’s Warbler), eveneens op de Shetlands, was het zevende geval voor het VK. Opvallend: wederom een geval van een Witkeelgors (White-throated Sparrow) in Hampshire. Zou de nabijgelegen cruise terminal in Southampton hier iets mee te maken kunnen hebben? Het tweede geval van Kelpmeeuw (Cape Gull) betrof een adulte vogel die op 26 en 27 april zeer kort aanwezig was nabij Leeds.

Noord-Europa

De derde Atlantische Geelneusalbatros (Atlantic Yellow-nosed Albatross) voor Noorwegen landde op een schip voor de kust van centraal Noorwegen en bracht hier de nacht door. Een Bruine Gent (Brown Booby) werd opgemerkt nabij Oslo. De lang verblijvende Pacifische Parelduiker (Pacifc Diver) van Lista, Noorwegen, werd eind april gered uit een illegaal vissersnet. In Denemarken verbleef een mannetje Indigogors (Indigo Bunting) in tuinen in een dorpje nabij Kopenhagen.

Centraal-Europa

De onvolwassen Amerikaanse Zilvermeeuw (American Herring Gull) was begin april nog steeds aanwezig op Guernsey, Kanaaleilanden. In april kwamen de twee Sierlijke Sterns (Elegant Terns) weer aan bij ‘hun’ kolonie op Île de Noirmoutier, Bretagne, Frankrijk. Op het nabij gelegen Île aux Moutons keerde de daar eerder aanwezige Brilstern (Bridled Tern) terug. De eerste Treurduif (Mourning Dove) voor Frankrijk werd op 17 april ontdekt in het noordwesten van het land. België werd opgeleukt met de zesde Franklins Meeuw (Franklin’s Gull) en de vijfde Amerikaanse Oeverloper (Spotted Sandpiper). Op basis van het stippenpatroon leek het dezelfde vogel te betreffen die de vorige dag nog werd gezien nabij Freiburg, Duitsland. Met de nadruk op ‘leek’, want de Duitse vogel bleek toch nog aanwezig. Misschien kunnen Nederlandse experts een cursus in het herkennen van individuele vogels aanbieden? Op 27 april werd nabij Oldenburg in Duitsland, niet ver van de Nederlandse grens, een Canadese Kraanvogel (Sandhill Crane) overvliegend gezien. De vogel vloog naar west, wat hoop gaf bij de Nederlandse twitchers…

Oost-Europa

Er wordt gelukkig ook nog gevogeld in Oekraïne, gezien de eerste Maskerkwikstaart (Masked Wagtail) voor het land nabij Dnipro.

Zuid-Europa

In Spanje werden maar liefst vier Kleine Flamingo’s (Lesser Flamingo) gezien plus een Steppekievit (Sociable Plover). Een vogel van de Amerikaanse ondersoort van de Ruigpootbuizerd (Rough-legged Hawk) verbleef begin april nog ten noorden van Madrid, net als de Kelpmeeuw (Kelp Gull) aan de noordelijke Spaanse kust. Tot slot werden nog twee Sierlijke Sterns (Elegant Terns) gevonden in Spanje. Het eerste Afrikaanse Waterhoen (Lesser Moorhen) voor Cyprus werd op 3 april ontdekt. Ander leuk spul op het eiland betrof het eerste geval van Groene Fitis (Green Warbler), het zesde geval van Maskerduif (Namaqua Dove) en het tweede geval van Witoogmeeuw (White-eyed Gull), welke op de 17 april werd ontdekt door een Nederlander.

Noord-Afrika

In Marokko werd nog een tweede Afrikaans Waterhoen (Lesser Moorhen) ontdekt. Het tweede geval (even scrollen) van een Herdersplevier (Kittllitz’s Plover) voor Marokko betrof een fraai exemplaar nabij Merzouga. In Abu Simbel, in het uiterste zuiden van Egypte, verbleven een Afrikaanse Bonte Kwikstaart (African Pied Wagtail), een Afrikaanse Dwergaalscholver (Reed Cormorant) en de inmiddels bekende Grote Textorwevers (Village Weavers). Een nog onbevestigde waarneming van een Teugelastrild (Crimson-rumped Waxbill) nabij Abu Simbel zou een nieuwe soort voor de WP betreffen.

Midden-Oosten

De eerste Grote Kanoet (Great Knot) voor Turkije werd op 7 april prachtig vastgelegd nabij Istanbul. De vierde Witkopkwikstaart (White-headed Wagtail) voor Azerbeidzjan werd nabij Baku gezien op 27 april. Twee dagen later werd een onvolwassen Bateleur (Bateleur) gezien in Georgië en Azerbeidzjan, respectievelijk het derde en eerste geval voor deze landen. Een Witkopkwikstaart (White-headed Wagtail) op een golfbaan in de Verenigde Arabische Emiraten betrof het tweede geval voor het land. Of hebben we hier te maken met een bleke beema? De eerste Steenortolaan (Grey-necked Bunting) voor de VAE werd op 26 april ontdekt in het noordwesten van het land. Op dezelfde dag werden aan de oostkust, nabij Ra’s Dibba, twee Dunbekpijlstormvogels (Short-tailed Shearwaters) ontdekt. Dit betekende het eerste geval voor de VAE en pas het zevende geval voor de WP van deze Pacifische soort.

Dunbekpijlstormvogel Ardenna tenuirostris, Ra’s Dibba, Verenigde Arabische Emiraten, 26 april (Khalifa Al Dhaheri)

Tevens aanwezig waren hier een tweetal Kleine Noddy’s (Lesser Noddy) en een Roodpootgent (Red-footed Booby).

Kleine Noddy Anous tenuirostris, Ra’s Dibba, Verenigde Arabische Emiraten, 30 april (Eduard Sangster)

Op 29 april werd iets verderop in de Perzische Golf nog een Dunbekpijlstormvogel (Short-tailed Shearwater) gezien. Voor de kust van Koeweit betekende dit alweer het derde geval voor dit land en - heeft u meegeteld? - het achtste geval voor de WP. Oostelijke Koereigers (Eastern Cattle Egret) werden gezien in Koeweit op de 16e, in de VAE op de 26e en op 13 april in Muscat, Oman. De eerste Roodkeelstrandloper (Red-necked Stint) voor Oman werd op 11 april gezien nabij Muscat.

De Glazen bol

Waar moeten we nu weer op hopen? Ongeveer alles is mogelijk in mei. Een Witbandkruisbek in mei, dat is al eens gebeurd, en dat geldt ook voor de Bonte Tapuit en de Steenarend. Een twitchbare Kleine Zwartkop zou enige rust brengen bij de fanatici, maar dat geldt zeker niet voor een Daurische Kauw of een Moltoni's Baardgrasmus. Die zouden enorme paniek veroorzaken.

Moltoni's Baardgrasmus Sylvia moltoni, Sardinië, Italië, 1 mei (Henk Schut)

Het vinden van zeldzaamheden is in werkelijkheid echter meer een bijkomstigheid van de meestal gezellige bezigheid van het zoeken, naar gewone, bijna zeldzame en echt zeldzame vogels. Daarom wensen we zoals altijd iedereen weer veel zoekplezier...!

We willen alle waarnemers en fotografen hartelijk bedanken voor hun bijdragen aan dit verslag. We would like to thank all observers and photographers for their contributions to this report.

Wim Wiegant & Eduard Sangster