Bericht vanaf de Atlantic Odyssey op ruige zuidelijke zeeën
1 april 2013 · 7050 × bekeken
Deception Island, 1 april 2013
Op het moment van schrijven vaart de Plancius met volle kracht naar het zuiden langs de South Shetlands om een storm te ontwijken. Dat zal niet helemaal lukken is de verwachting. Daarom moet ik na het schrijven van dit blogbericht zorgen dat niet alles door mijn hut vliegt vannacht. Ik kijk er niet naar uit moet ik zeggen, maar het hoort erbij.
Kerguelen Petrel
Zondag 31 maart zaten we de hele dag op zee. Over de Drake Passage, pal zuid in de richting van het Antarctisch Schiereiland. We hebben niet één schip gezien, en ook met de vogels was het eigenlijk rustig. Toch leverde het zoeken vanaf de brug weer fantastische zeevogels op. Geen Reuzenalbatrossen helaas, maar wel drie andere soorten albatrossen: Wenkbrauwalbatros, Grey-headed Albatross en mijn eerste Light-mantled Sooty Albatross. Deze laatste is denk ik de mooiste van allemaal. Hij vloog wat ver, maar we gaan er zeker meer zien. Verder niet één meeuw gezien: ook de andere zeevogels zijn vrijwel zonder uitzondering ‘tubenoses’. Net zoals gisteren zagen we Blue Petrels en Cape Petrels. Deze laatste, in het Nederlands Kaapse Duif genoemd, is een schitterend zwart-witte stormvogel, die vaak lang rond het schip vliegt in kleine groepjes. Soms strijken ze even neer op het water. Een Kerguelen Petrel passeerde ook de boeg van het schip, eenvoudig te herkennen aan de zilverachtige handpennen aan de onderzijde en de zilverachtige vleugelboeg.
Cape Petrel Daption capense (Marc Guyt/AGAMI)
Kerguelen Petrel Lugensa brevirostris Drake Passage (Marc Guyt/AGAMI)
Waterlopertjes
Twee soorten stormvogeltjes vandaag: Black-bellied en Wilson’s Petrels, soms van heel dichtbij. Vooral de Black-bellied “loopt” vaak even over het water, hoewel “dansen” wellicht een betere term is. In de broedtijd komen deze nietige vogeltjes aan land, maar nu vliegen ze boven deze onmetelijke zee. Vogels niet groter dan een spreeuw die zich hier senang voelen, je krijgt er grote bewondering voor. Regelmatig passeren Southern Fulmars het schip, de zuidelijke tegenhanger van de Noordse Stormvogel.
Wilson's Storm Petrel Oceanites oceanicus (Marc Guyt/AGAMI)
Opwinding alom toen de eerste “blow” van een grote walvis werd gezien. De Russische kapitein aarzelde geen moment en koerste het schip richting de walvis. Dan blijkt dat je dus niet op een of andere veerboot zit: ieder bemanningslid weet waarvoor we op dit schip zitten. De walvis was een Gewone Vinvis: een enorm grote walvis, het op een na grootste dier ter wereld, de Blauwe Vinvis is nog groter. Hij liet zich fraai zien, hoewel de staart van deze soort nooit boven water komt. Een verrassing was ook een groepje Chinstrap Penguins, ver van land. Mijn derde pinguïnsoort inmiddels.
Chinstrap Penguin Pygoscelis antarcticus (Marc Guyt/AGAMI)
Zeeluipaard: handjes binnenboord
Maandag 1 april stond in het teken van twee Zodiac-landingen: een op Livingstone Island, bij Hannah Point en een op Deception Island, in de Telephone Bay. Deze eilanden maken deel uit van de South Shetlands en liggen voor de kust van het Antarctisch Schiereiland. Bij het Zodiac-instappunt dook ineens een nieuwsgierige Zeeluipaard van heel dichtbij op, handjes binnenboord dus. Ondanks zijn reputatie als gevaarlijk roofdier moeten vooral pinguïns uitkijken voor deze toppredator. Hoewel er één geval is van een Amerikaanse onderzoekster die tijdens haar werk in zee werd gegrepen door een zeeluipaard, die haar honderd meter naar beneden trok. Ze overleefde de aanval niet.
Monsters
Hannah Point was geweldig. We landden bij een kolonie Gentoo Pinguïns (Ezelspinguïns) en Chinstrap Penguins. De Gentoos hebben nu hele grote jongen, die op het punt van uitzwemmen staan. Hoewel het broedseizoen voorbij is, blijven de pinguïns de drang houden om steentjes uit het nest van de buren te halen. Soms sjouwden clubjes over veelgebruikte paden naar zee om te gaan vissen. De Chinbands stonden een etage hoger, en weer een etage hoger zaten de grote jongen van de Giant Petrels nog half in het dons te wachten op hun ouders. Zelfs de jonge Reuzenstormvogels zien er niet sympathiek uit. Onder de volwassen vogels opvallend veel geheel witte, die worden “White Nellies” genoemd. Tussen de pinguïns patrouilleerden Zuidpoolkippen, en dat zijn ook wel heel rare snuiters. Er is geen vogel die op ze lijkt, maar ze worden toch gerekend tot de Charadriiformes (meeuwachtigen). Verder zagen we hier Brown Skua’s, Kelp Gulls, Antarctische Aalscholvers en een paar zeezoogdieren. De kleine, onopvallende Crabeater Seal en de niet te missen Zeeolifanten. Wat een onvoorstelbare monsters. Zo ontzettend groot, de stieren kunnen wel vier ton wegen. Ongeveer 30 bijna volwassen stieren lagen dicht tegen elkaar op het strand. Af en toe gaapte er eentje en even was er mot onderling. Je ziet het vet dan alle kanten op blubberen en ze maken daarbij ook nog afschuwelijke geluiden. De heren roken ook niet bepaald fris gewassen.
Snowy Sheathbill Chionis albus (Marc Guyt/AGAMI)
Southern Elephant Seal Mirounga leonina (Marc Guyt/AGAMI)
IJsbergen
De weg naar Deception Island leverde nog een paar Gewone Vinvissen op en de eerste Bultruggen van de reis. Met de boot mee trok een groepje Antarctic Fur Seals, die springen net zoals dolfijnen uit het water. Deception Island deed zijn naam eer aan. Het is in al zijn troosteloosheid indrukwekkend met zijn enorme vulkaankrater. De vulkaan is in de jaren zeventig voor het laatst uitgebarsten en heeft toen diverse onderzoeksstations vernietigd. Op enkele Zuidpooljagers na was het stil hier met vogels. Op het strand lag nog een groot zoogdier: Weddel’s Seal. Antarctic Fur Seals waren duidelijk talrijker.
Na het bezoek aan Deception Island werden we verblijd met een prachtige lichtshow. Nergens is het spel van licht, lucht en water zo spectaculair als hier. De eerste ijsbergen van de reis dragen daar ook aan bij. We zagen een enorme tafelberg, een stuk ijs van vele kilometers doorsnee dat ooit afgebroken was van een van de ijsvelden die tegen Antarctica liggen. Bedenk dan dat daarvoor nog een paar Grijskopalbatrossen en Zwartbuikstormvogeltjes vliegen en het beeld is compleet.
Light-mantled Sooty Albatross Phoebetria palpebrata (Marc Guyt/AGAMI)
Ruud van Beusekom
Discussie
Menno van Duijn
·
3 april 2013 12:26, gewijzigd 3 april 2013 13:53
Gebruikers van het forum gaan akkoord met de forumregels.