Fotoblog Atlantic en Pacific: AO5 – Tristan en Inaccessible Island
3 oktober 2011 · 6759 × bekeken
De blog entries voor Tristan en Inaccessible vindt je hier en hier.
De meest afgelegen bewoonde plek ter wereld, Tristan da Cunha, wordt in romans en reisverhalen beschreven. Ornithologisch gezien is er weinig te beleven. In 1506 werd het eiland ontdekt door de Portugese admiraal Tristoa da Cunha, die destijds en zoals vele na hem niet aan land konden, hoogmoedig als hij was noemde hij het eiland naar zichzelf. De doorgewinterde Hollandse zeebonken van het schip de Heemstede, onder leiding van de welbekende Claes Gerritszoon Bierenbroodspot, landden in 1643 als eersten op Tristan. Na hun proviand te hebben aangevuld met Northern Rockhoppers, Subantarctic Fur Seals en vers water zeilden zij verder naar Oost Indie. Hiermee zette ze een trend in gang, want hierna gebruikten anderen ook het eiland om hun proviand aan te vullen. Erger nog was dat er onbewust ratten en muizen op het eiland werden gelaten. Admiraal Jan Jacobszoon van Amsterdam van de Nachtglass landde in 1656 als eerste op Inaccessable Island en Gough. Wegens het ontbreken van de mogelijkheid om een haven aan te leggen zijn deze eilanden gelukkig nooit als tussenlanding gebruikt door de V.O.C. Maar vermoedelijk was de schade toen al geleden. Tristan werd voor het eerst langdurig bewoond van 1790 tot 1791 door Pelsjagers die er 3600 Pelsrobben buit maakte. In 1810 werd er door walvisvaarders een eerste walvisstation opgericht. In 1836 werd de Katwijker Pieter William Groen tot eilandhoofd benoemd. In 1835 trof een rattenplaag de eilanders waarna het niet meer mogelijk was om graan te verbouwen. Men was hierop genoodzaakt zich te beperken tot het verbouwen van knolgewassen. Hierbij mag duidelijk zijn wat voor een effect de rattenplaag op de lokale fauna had.
Soft-Plumaged Petrel Pterodroma mollis. Tristan, 15 april 2011 (Menno van Duijn).
Op Tristan broeden alleen op bijna onbereikbare hellingen en plateaus nog Yellow-nosed en Sooty Albatrosses. Soft-plumaged Petrels en Grote Pijlstormvogels zullen in de verre uithoeken van het eiland zelf misschien nog een ratvrije plek hebben te weten te vinden maar broeden in veel grotere aantallen op de omliggende eilanden van Nightingale en Inaccessible Island. De enige endeem op Tristan is de Tristan Thrush. Of het hier om pure endemen gaat is niet meer duidelijk want van de omliggende eilanden zijn ook lijsters ingevoerd op Tristan.
Tristan Thrush (?). Tristan, 12 april 2011 (Menno van Duijn). Na lang zoeken werden er twee vogels gevonden vijf kilometer van het dorp vandaan.
Na eindelijk een nacht waarin we stil in bed kunnen blijven liggen zitten we al vroeg in de zodiac. Hoewel het bewolkt is varen we over een vlakke zee richting het eiland met de mooiste naam "Inaccessible Island". Om de goden niet te tarten spreekt niemand over een landing, maar alle gedachten zijn hetzelfde. Afgelopen nacht hebben de Noorse reisgenoten een White-bellied Storm-Petrel gevonden en in een fototas bewaard, die inmiddels vol is gescheten. Na een fotosessie wordt het diertje vrijgelaten.
White-bellied Storm-Petrel Fregetta grallaria. Inaccessible Island, 13 april 2011 (Menno van Duijn)
Bij het eiland aangenomen lijkt de zee spiegelglad, maar "looks can be decieving" want op het kiezenstrand breken de oceaangolven. Een zodiac wordt uitgestuurd om te polsen of het mogelijk is te landen en geeft uiteindelijk groen licht. Een half uur later staan we allemaal op het strand en lopen de Inaccessible Thrushes over onze voeten, op zoek naar zeeluizen tussen het wier. Al snel zien we de volgende endeem: de Inaccessible Island Bunting
Inaccessible Island Bunting Nesospiza acunhae. Inaccessible Island, 13 april 2011 (Menno van Duijn)
Inaccessible Island Thrush Necochicla eremite gordoni. Inaccessible Island, 13 april 2011 (Menno van Duijn)
We zijn nog niet klaar, er wacht nog iets op ons. Verscholen tussen het gras kijken we uit naar een klein zwart bolletje. Na een uur is er nog geen spoor van te bekennen. De druk neemt toe want de eerste niet-vogelende toeristen van boord gaan al weer terug. F*ck it, we gaan niet eerder weg dan hem gezien te hebben. Dan via de walky's een melding: tussen het aangespoelde vuil aan de andere kant van het strand is er één gezien. Als bij een ware mega-twitch rent iedereen over de kiezels naar de plek, maar geen enkel spoor. Dan schijnt er weer één op de eerste plek gezien te zijn, maar die is zo onoverzichtelijk. Na een kwartier is er beweging tussen het gras en vuil te ontwaren: een Inaccessible Island Rail scharrelt voorbij. Snel roepen we de anderen en na een poosje komt het ralletje weer voorbij, gevolgd door een tweede. Op enkele meters kan iedereen uiteindelijk de vogels zien. Net op tijd want de golven worden groter en iedereen wordt opgeroepen naar het schip te gaan.
Twitchen op de meest onbereikbare plek ter wereld. Inaccessible Island, 13 april 2011 (Menno van Duijn)
Inaccessible Island Rail Atlantisia rogersi. Inaccessible Island, 13 april 2011 (Menno van Duijn). Mogelijk de meest onbereikbare vogelsoort ter wereld. Niet groter dan een twee weken oude pulli van een Waterhoen.
Dat zelfs de meest afgelegen plek ter wereld niet ongeschonden kan blijven in deze tijd is wel duidelijk wanneer een Grieks schip geladen met Sojabonen tegen Nightingale Island vaart en in tween breekt. Duizenden liters olie besmeuren Northern Rockhopper Penguins, Subantarctic Fur Seals en de hele kust van het eiland. Hoewel de ramp twee weken voor ons vertrek plaatsvindt is het voor ons onmogelijk om de spekgladde besmeurde rotskust te beklimmen. Een landing op Nightingale zit er niet in. Daarom besluit de kapitein nadat we met de Zodiacs rond het eiland hebben gevaren terug te gaan naar Tristan. De volgende dag is er een excursie gepland om de helling te beklimmen om Yellow-nosed Albatrosses op het nest te zien. Zelf hou ik het al snel voor gezien met 18kilo apparatuur op m'n rug in de brandende zon en ga terug naar het schip waar de crew de eerder gevangen vissen aan het schoonmaken zijn en tientallen Yellow-nosed Albatrosses hangen om het schip. Dit trekt ook de aandacht van een dwaalgast, een nieuwe soort voor Tristan zwemt naast de Plancius. Een prachtige adult zomer Franklin's Meeuw.
Yellow-nosed Albatross Thalassarche chlororhynchos. Tristan, 14 april 2011 (Menno van Duijn). Aangetrokken door vissenkoppen en vissendarmen.
Franklin's Meeuw Leucophaeus pipixcan. Tristan, 14 april 2011 (Menno van Duijn). Adult zomer, nieuwe soort voor Tristan.
Menno van Duijn
Discussie
Vincent van der Spek
·
3 oktober 2011 14:36
Gebruikers van het forum gaan akkoord met de forumregels.