Nils’ Blog – dichterbij de heilige graal…
6 July 2015 · 4178 × bekeken
Locatie van het schip op 5 juli om 17:54 uur Nederlandse tijd
1 juli
Een onderdeel van deze trip is eventuele nieuwe broedgevallen van Lepelbekstrandloper zoeken/vinden. Van de geschatte 100 paar die er over zijn weet men er jaarlijks ongeveer 15 te vinden, in twee gebieden. Eén van die gebieden bezoeken we later, maar misschien mede om ons te laten realiseren hoe zeldzaam ze zijn mogen we eerst twee dagen ronddolen op, op het oog, geschikte broedplekken voor de soort. Het broedhabitat laat zich samengevat omschrijven als: binnen 500m van zee, nest in droog terrein (bijvoorbeeld heide) en een zoetwaterlagune binnen enkele honderden meters. En vooral ook geen meeuwen in de buurt. Dergelijk terrein is hier veel, maar die meeuwen ontwijken lijkt steeds lastiger te gaan worden ... Het taskforce team heeft enkele gebieden uitgekozen voor ons waarvan er enkele nog nooit zijn bezocht door vogelonderzoekers. We worden in groepen verdeeld, elke groep krijgt een lap grond om systemisch af te zoeken. De 'telling' kan beginnen.
Slaty-backed Gulls Larus schistisagus (J. Ross)
Uiteraard vindt geen van de teams een Lepelbek. Maar natuurlijk botsen we tegen allerlei leuke dingen aan. Op de heideachtige stroken broeden Mongoolse Plevier en Aziatische Goudplevier, een groep vond nesten van Roodkeelstrandloper en waar ook maar even een paar bosjes zich hebben weten te ontwikkelen in dit bizarre klimaat zitten Bruine en Noordse Boszangers en Bruine Lijsters. Op de poelen dobberen Amerikaanse en Stejneger's Grote Zee-eend. Ik ben normaal niet zo van de nestzoekerij maar als een vrouw Amerikaanse Zee-eend onder een dwergdennetje vandaan komt ga ik toch maar even kijken. Ik hoop dat ze slimmer is als er een beer voorbij komt.
Alles, ook de rete-algemene Veldleeuweriken en Roodkeelpiepers worden gerapporteerd. We hebben met vier teams vijf uur lang in linie gelopen, in principe kan deze plek nu wel een paar jaar worden overgeslagen. Lepelbek schijnt enorm plaatstrouw te zijn, dus logischerwijs zullen hier alleen nieuwe vestigingen kunnen komen. Heel erg optimistisch gesteld zal dat toch wel minstens een paar jaar gaan duren.
2 juli
Alkensoort 13 (14): Least Auklet. Ze waren al eerder door anderen gezien. Belachelijk kleine dingetjes, zeven kwamen er voor mij op het juiste moment langs het schip speren. Je moet ze haast wel zelf vinden, want voordat je aan een ander hebt uitgelegd waar ze vliegen zie je ze zelf al niet meer.
Vandaag gaan we in maar liefst vier groepen uiteen. Twee groepen gaan weer Lepelbekken tellen (...;-)) op weer nieuwe plekken, één groep maakt een wandeling van geschat vier uur over een bergrug om onder andere wild Bergschaap te vinden. Ik kies voor de zodiac-cruise met hier en daar een landing door de baai. Vanaf het schip hadden we al een groep Walrussen zien liggen op een strandje, en met de zodiac kunnen we ernaar toe, dus is mijn keuze eenvoudig.
Walrussen Odobenus rosmarus (J. Ross)
Het strandje met de bruinroze blubber is zo klein dat niet elke Walrus een plek heeft en degene die wel op het droge liggen lijken wel opgestapeld. Om één of andere reden kiezen ze altijd voor dergelijke krappe hoekjes. Walrus wordt hier nog bejaagd zegt Rodney (wat eigenlijk niet ..., maar door wie hier??), waardoor ze niet handtam zijn; vanaf een meter of honderd zijn ze prima te zien en te horen (het geluid doet me sterk denken aan een vriendin die geweldig op commando kan boeren). Het is zowaar helemaal opgeklaard, strakblauwe lucht voor het eerst deze trip! We kiezen een landingsplek met goed uitzicht op de grassige berghellingen die opstijgen vanuit de baai, om op een goedkope manier het schaap te vinden. Tja, ik vind het meer een geit dan een schaap, zo'n zeven tellen we er. Ik heb het snel gezien, de drie Bruine Beren en het onaangetaste landschap boeien me meer.
Koryak Coast, Oost-Siberië (J. Ross)
Zon en nauwelijks wind; voor het eerst zitten we 's avonds met een biertje aan dek!
3 juli
De hele kustlijn is hier bezaaid met ondiepe, ronde baaien en een nauwe verbinding naar zee. Daarachter beginnen de bergen. Door die verbinding stroomt met afgaand water een voedselrijke soep de zee op en dat kunnen de duizenden meeuwen (Drieteen, Slaty-backed en Grote Burgemeester), Larga Seals en Grijze Walvissen waarderen. Met de zodiacs liggen we tussen een groep van ongeveer 20 Grijze Walvissen dier voor de uitlaat van de baai foerageren, het zijn vooral vrouwen met kind, een enkele adulte man. De aanwezigheid van de zodiacs boeit ze voor geen meter, en af en toe komt er eentje direct naast ons boven water ... De blow getuigt van een wel hele slechte adem; regelmatig worden we getrakteerd op een verschrikkelijke stank. Sommige dieren zijn bedekt met plakkaten van enorme zeepokken en ander ongerief. Andere, misschien jonkies, zijn (nog) schoon.
We gaan aan land op het strand aan de rand van de uitwatering. Ook scopend kom ik niet tot extra soorten meeuwen, er zouden hier bijvoorbeeld ook Vega Meeuw en Vorkstaartmeeuw moeten kunnen lijkt mij, en met Alaska aan de 'overkant' ... nog wel wat andere soorten. Een harde fluit en schreeuw van onze kok; er loopt een beer op minder dan 50m van degene die aan de wandel gingen. 99 van de 100 beren lopen direct weg bij het zien van mensen, maar deze lijkt andere ideeën te hebben. Iedereen komt terug, we gaan op een kluitje staan, de beer komt via het strand naar ons toe in een galopje met de kop omlaag, stopt soms even en draait terug als we een schreeuw geven. Maar bedenkt zich dan weer en komt nu echt te dichtbij. Rodney en de Russische onderzoekers hebben dit nog niet eerder meegemaakt. Rodney schiet een vuurpijl de lucht in en als dat ook niet helpt een vuurpijl recht op hem af. Dat was genoeg. Deze gast moet je niet tegenkomen zonder hulpmiddelen.
De beer blijft op een afstandje op het strand liggen, dus we kunnen hier niet veel meer. Met de zodiacs varen we door de baai maar door het ondiepe water komen we niet goed bij de groepen eenden, helaas. De baai blijkt goed voor duizenden Harlekijneenden, Pacifische Eiders, Zwarte en Stejneger's Zee-eenden, IJseenden, een groepje Stellers Eiders en één Koningseider. Een groepje frontalis-type Kolganzen landt vlak naast ons; die had ik graag vanaf land met de scoop bekeken, nu rol bijna uit de zodiac om er in ieder geval nog iets van te kunnen zien.
De totale afwezigheid van steltlopers op zo'n op het oog uitstekende plek, is zowel verbazingwekkend als zorgelijk.
Nils van Duivendijk, voor BirdingBreaks verslaggever vanaf het dek van de Sprit of Enderby in de Beringzee, 3 juli 2015