Geelpootmeeuw
Larus michahellis · Yellow-legged Gull
Datum | 5 February 2017 |
---|---|
Locatie | Portugal, Portimao |
Fotograaf | Max Dettori |
Bekeken | 7230 × |
Discussie
Folkert Jan Hoogstra
·
8 February 2017 16:36, gewijzigd 9 February 2017 12:02
Could u explain why this is certainly an American Herring Gull (for me to learn)?
Jan Hein van Steenis
·
8 February 2017 17:38
Wellicht kan Peter Adriaens er meer over zeggen!
https://www.youtube.com/watch?v=zwMPm9Lwz3U
Maar met betere foto's van de vleugels is het wel duidelijk.
http://jupiterbirding.blogspot.de/2016/12/american-herring-gull-at-portimao.html
http://bagawildone.blogspot.de/2016/12/american-herring-gull-larus.html
https://www.facebook.com/rarebirdsinportugal/posts/1110562249041349
Rudy Offereins
·
9 February 2017 10:20
Op basis van deze foto is het de combinatie van de donkere sjaal, de diepzwarte tekening op de armpennen, de diepzwarte tekening op de staart en de lichte mantel die het geheel naar smithsonianus trekt.
Op het blog staat trouwens dat het een vierde winter is. Het lijkt mij eerder een derde op basis van de bruine zweem op de dekveren, de onvolwassen tertial die de vogel nog heeft, het weinige wit in de handpentoppen en het vele zwart in de staart.
Peter de Knijff
·
12 November 2020 21:30
Hier, vers van de pers het al lang geleden aangekondigde verhaal van een paar 100 min-of-meer volledige vogelgenomen. Van vrijwel alle families is nu minimaal 1 genoom beschikbaar. Gaat veel plezier opleveren bij het opzetten van genoom sequence projecten.
De Amerikaanse zilvermeeuw, Kokmeeuw en Drieteenmeeuw vertegenwoordigen de Laridae.
De volgende stap zijn deelprojecten van alle genera, met uiteindelijk de ambitie om alle soorten gesequenced te hebben.
Veel leesplezier (alles is public domain, zoals het hoort).
Tiemen De Smedt
·
12 November 2020 21:43
Op basis van een DNA-analyse bleek de vogel op de foto een Geelpootmeeuw te zijn.
Wim Wiegant
·
13 November 2020 00:27, gewijzigd 13 November 2020 00:28
Nou, Peter, het leesplezier vergaat mij bij het door jou aangehaalde artikel wel een beetje...! Er wordt geen enkele poging gedaan om niet-kenners iets uit te leggen.
Ik ben als een tweejarige op het vakgebied, maar dit artikel laat ons niet eens weten wat precies het onderwerp van het onderzoek is, en wat wel hun conclusies zouden kunnen zijn, zo heb ik het idee...
Ik heb natuurlijk maar een half uurtje hun -stijf van de vaktermen staande- artikel gelezen....
Het zal wel aan mij liggen, maar anders dan: de toekomst zit er aan te komen, kan mijn conclusie niet luiden...
Wim Wiegant
·
13 November 2020 01:00
Daarbij is er natuurlijk altijd nog een fundamentele vraag: als je alles hebt gesequenced, hoeveel wijzer ben je dan geworden...? Bij vergelijking kun je zien dat er verschillen zijn, maar je weet voorlopig nog niet wat ze behelzen...!
Het doet denken aan artificial intelligence: daarbij weet je alleen dat er is geleerd, maar het is onmogelijk om erachter te komen wat het is dat er is geleerd...
Peter de Knijff
·
13 November 2020 07:23, gewijzigd 13 November 2020 07:30
@Tiemen, dat weet ik ook wel maar daar wilde ik nu even geen aandacht aan besteden. Dat laat ik over aan de aanvragers van dat DNA-onderzoek.
Ah, tuurlijk Wim, het is complex, maar daarom geen reden er geen aandacht aan te besteden.
We lopen, bijvoorbeeld, op dit moment tegen een fors aantal problemen op bij het beter begrijpen van b.v. de onderlinge verhoudingen van alle Braamsluiper. Met alleen mtDNA zijn lang niet alle ogenschijnlijk klassieke blythi’s te bevestigen. Waarschijnlijk door mengzones. Om dat te ontrafelen heb het autosomaal DNA nodig.
Dit soort grote DNA projecten verschaffen ons veel betere referentie sequenties op grond waarvan we een stuk eenvoudiger betere testen te ontwikkelen om dit soort hybride zones in beeld te krijgen en hun onstaan en verloop te begrijpen.
Ook zullen complete genomen van alle soorten binnen (nauw verwante) genera ons een beduidend beter inzicht in de taxonomische verhoudingen geven. Als we dan ook nog gaan snappen hoe we met deze genoom data evt taxonomische beslissingen kunnen nemen, dan naderen we de situatie dat we een soort van finale taxonomie hebben.
Ook gaan we meer begrijpen hoe de phenotypische verschillen te verklaren zijn, en hoe snel (of traag) deze zijn ontstaan.
Zonder dit soort studies is dit niet mogelijk. Ik word hier erg vrolijk van, al zal ik er zelf niet veel meer mee kunnen doen.
Als ik dit 10 jaar geleden had geweten dan had ik nu al lang een veel betere komplete meeuwen taxonomie studie afgerond......
Gebruikers van het forum gaan akkoord met de forumregels.