Birding in Bhutan
10 February 2015 · 9938 × bekeken
[KLIK OP DE FOTO'S VOOR GROTER FORMAAT!]
In een vijftal bezoeken aan Nepal is onze interesse in de Himalaya-vogelsoorten gewekt. Nepal heeft een enorme diversiteit aan soorten als gevolg van een diversiteit aan biotopen, van hooggebergte tot subtropisch laagland. Bijzondere fenomenen zoals hoogtemigratie van soorten als gevolg van het weer en de seizoensinvloeden vindt plaats, terwijl ook sprake is van voor- en najaarstrek en samenballing van wintergasten. Bhutan is voor een deel vergelijkbaar met Nepal: hooggebergte in het noordwesten en noordoosten, valleien in het midden en laagland in het zuiden. Na flink sparen wordt een lang gekoesterde droom werkelijkheid: in december 2014 bezoeken wij Bhutan.
Tiger's Nest, Bhutan (Andrea van der Meer)
Hoewel de verscheidenheid naar verwachting voor een groot aantal soorten vergelijkbaar zal zijn met Nepal, is er ook een aantal illustere soorten, dat alleen in Bhutan goed te bewonderen valt. Dat betreft onder andere Ward's Trogon, Yellow-rumped Honeyguide, Black-necked Crane en White-bellied Heron. Kiezen voor deze targets geeft direct het reisplan. Maar ook door de hoge kosten (je bent verplicht van de Bhutanese overheid om minimaal $ 250,- per persoon per dag te besteden) wordt het reisplan -wil het enigszins betaalbaar blijven- beperkt.
We kiezen ervoor om de reis te beperken tot de gematigde zone in het westen (Paro-Thimphu omgeving), het noordwesten (alpiene zone en gematigde zone rond Punakha/Jigme Dorji National Park en Phobjikha Valley), en de gematigde en subtropische zone in het centrale zuiden (Black Mountains/ Zhemgang /Royal Manas National Park).
Via Kathmandu in Nepal vliegen we naar Paro. De vlucht is een uitdaging, slechts acht piloten in de wereld beschikken over de skills om slalommend tussen de berghellingen op het 2.300 meter hoge vliegveld van Paro te landen. Direct na de landing vallen ons twee dingen op: de schone koele (zeg maar koude) lucht en de prachtige architectuur van de huizen. Ieder houten of lemen huis is beschilderd met mooie boeddhistische voorstellingen. Bij aankomst worden we opgewacht door onze cultuurgids Sonam en onze driver Tandi (reizen zonder gidsen is in Bhutan niet mogelijk). Later zou daar nog de zeer deskundige vogelgids Tshering Tobkay Phuntsho bij komen, waar we specifiek om gevraagd hebben.
Paro-Thimphu
Bijna iedere toeristenreis naar Bhutan start met een bezoek aan de Tiger's Nest tempel, net buiten Paro gelegen op 3.400 meter hoogte. De tempel is alleen te voet bereikbaar via een 2,5 uur durende klim (op birding pace). Het bezoek begint met een autorit langs de Paro River, waar we Plumbeous Water Redstart Rhyacornis fuliginosus en White-capped Water Redstart Chaimarrornis leucocephalus zien, algemeen maar zeer kleurrijk.
White-capped Water Redstart Chaimarrornis leucocephalus (Andrea van der Meer)
Het naaldbos aan het begin van de wandeling blijkt goed voor Yellow-billed Blue Magpie Urocissa flavirostris, Spotted Nutcracker Nucifraga caryocatactes en een aantal mezensoorten, waaronder Grey-crested Tit Parus dichrous. Het valt mij op dat de notenkraker, in tegenstelling tot de onze, geen spots op de flanken heeft. Onderweg naar boven de eerste bergtypes: Snow Pigeon Columba leuconota, White-throated Laughingthrush Garrulax albogularis, Black-faced Laughingthrush Garrulax affinis en Rufous-breasted Accentor Prunella strophiata en Winter Wren Troglodytes trglodytes. Met de Altai Accentor Prunella himalayana en Alpine Accentor Prunella collaris hebben we een mooi drietal accentors. Vooral de nomadische en zeker niet gegarandeerde Altai maakt veel indruk. De Alpine zat in het tempelcomplex en was handtam (helaas mag je niet fotograferen in de tempel ...).
Snow Pigeon Columba leuconota (Andrea van der Meer)
Black-faced Laughingthrush Garrulax affinis (Andrea van der Meer)
Altai Accentor Prunella himalayana (Andrea van der Meer)
In de afdaling zien we nog een White-browed Bush Robin Tarsiger indicus en Golden Bush Robin Tarsiger chrysaeus, weersonafhankelijke bewoners van deze zone. Terug vanuit de auto onder andere een Brown Dipper Cinclus pallasii en Grey-backed Shrike Lanius tephronotus, waar je, zo later blijkt, over struikelt. Bij het hotel zien we nog een Grey-winged Blackbird Turdus boulboul, die in een huis-in-aanbouw overnacht.
Grey-backed Shrike Lanius tephronotus (Andrea van der Meer)
Een absolute aanrader voor hen die in de omgeving van Paro verblijven is de Chilei La Pass. De pas (circa 3.900 m.) is een gemakkelijke manier om in een kort tijdsbestek en over de weg de alpine zone te bereiken voor onder andere pheasants. Een bezoek aan de pas brengt ons drie Himalayan Monals Lophophorus impejanus, één man en twee vrouwen, die langs de weg lopen op circa 3.300 meter in de naaldbomenzone. De vogels houden zich in de wintermaanden op in de boszone net onder de alpinezone net als Blood Pheasant Ithaginis cruentus en Satyr Tragopan Tragopan satyra, maar zoeken voedsel langs de weg. Voor de Blood en Satyr moet je - zo begrijp ik van onze vogelgids Tshering - van de weg af het bos in. Hoewel de maaltijd van de avond ervoor genoeg gelegenheid bood om het bos veelvuldig te bezoeken, hadden we noodgedwongen minder oog voor de pheasants en missen we deze. Gelukkig zien we wel de prachtige Spotted Laughingthrush Garrulax ocellatus en White-winged Grosbeak Mycerobas carnipes.
Himalayan Monal Lophophorus impejanus (Andrea van der Meer)
Spotted Laughingthrush Garrulax ocellatus (Andrea van der Meer)
Birding in Bhutan doe je -tenzij je een trekking gaat doen- met name vanuit de auto en wandelend langs de weg. Dat heeft te maken met het feit dat in de nationale parken de paden beperkt zijn en in het algemeen sprake is van steile hellingen. "Birding along the road" is trouwens prima, het rustige rijtempo en de rustige wegen zorgen ervoor dat de soorten gemakkelijk te doen zijn. Van Paro vervolgen we onze tocht naar de hoofdstad van Bhutan, Thimphu, langs de Paro Chhu en Thimphu Chhu River naar Punakha. In de rivieren en rivierdalen barst het van de Ruddy Shelducks Tadorna ferruginea, Great Cormorants Phalacrocorax carbo, River Lapwings Vanellus duvaucelii, Common Mergansers Mergus merganser, Brown Shrikes Lanius cristatus, wagtails, dippers en redstarts. Vooral Hodgson's Redstart Phoenicurus hodgsoni is hier algemeen, de wat hogere delen worden bevolkt door de Blue-fronted Redstart Phoenicurus frontalis. Een wandeling bij de Punakha Pass levert diverse mixed-species flocks op met onder andere Ashy-throated Warbler Phylloscopus maculipennis, Lemon-rumped Warbler Phylloscopus chloronotus, Rufous-winged fulvetta Alcippe castaneceps, White-browed Fulvetta Alcippe vinipectus en een prachtige Rufous Sibia Heterophasia capistrata. Ook zien we hier nog een Scaly Thrush Zoothera dauma. Langs de Mo Chhu River dalen we af in de schitterende Punakha Vallei, één van de laatste footholds van de White-bellied Heron.
Blue-fronted Redstart Phoenicurus frontalis (Andrea van der Meer)
Rufous Sibia Heterophasia capistrata (Andrea van der Meer)
Plain-backed Thrush Zoothera mollissima (Andrea van der Meer)
Punakha/Jigme Dorji National Park/Phobjikha Valley
Blue Whistling Thrush Myophonus caeruleus en Blue Rock Thrush Monticola solitarius zijn talrijk in de Punakha Vallei. We stoppen voor een Wallcreeper Tichodroma muraria die ons geen 'warbler-neck' oplevert omdat hij twee meter hoog zit. Wallcreeper is hier een wintergast (Spierenburg, 2005). Ook de rovers zijn goed vertegenwoordigd: we zien Black Eagle Ictinaetus malayensis, Shikra Accipiter badius en Moutain Hawk Eagle Spizaetus nipalensis. Langs de rivier rollen we de (reeds in Paro verwachte) Ibisbill Ibidorhyncha struthersii en een onvolwassen Pallas's Gull Larus ichthaetus op en later zien we een voorbij flitsende Red-headed Trogon Harpactes erythrocephalus.
Wallcreeper Tichodroma muraria (Andrea van der Meer)
Ibisbill Ibidorhyncha struthersii (Andrea van der Meer)
Vlak buiten Risum Gonpa in de Mo Chhu/Sankosh River (8u20 AM) nog voor het Jigme Dorje National Park, zie ik een flits een White-bellied Heron Ardea insignis staan. We vliegen met camera, scoop en verrekijker de bus uit en staan zo'n vijftig meter verwijderd van deze 'relictsoort'. Met open mond staren we naar de vogel, die alert is maar niet verstoord. De reiger wandelt rustig door de rivierbedding, zo nu en dan pikkend in het water. Na een minuut of zeven heeft hij/zij er genoeg van en vliegt met de voor insignis kenmerkende gebochelde rug weg. In 2006 is het aantal vogels in Bhutan geschat op 16, wereldwijd 50-249 (Hirschfeld, 2008). Verstoring, boskap en het afgraven van rivierbeddingen worden gezien als de belangrijkste oorzaken voor de achteruitgang van deze met uitsterven bedreigde soort. We prijzen ons gelukkig dat wij hem nog gezien hebben. Onze gidsen, die tijdens onze wandeling in Jigmy Dorje NP de lunch zijn gaan halen, gaven aan dat de reiger op de middag weer op dezelfde plek stond.
White-bellied Heron Ardea insignis (Andrea van der Meer)
Bij het inrijden van Jigme Dorji National Park schiet naast de auto een Rufous-throated Hill-Partridge Arborophila rufogularis weg, een soort die zelden wordt gezien. Tshering geeft aan deze in Jigme Dorji NP nog nooit waargenomen te hebben. Jigme Dorji National Park is een prachtig en zeer groot nationaal park. We lopen over een pad langs de Sankosh River. Boven ons zweven Asian House Martins Delichon dasypus en Nepal House Martins Delichon nipalensis, de laatste door een donkere keel te onderscheiden van de eerste. Minutieus onderzoek van de bosjes langs de rivier levert vijf(!) soorten warblers op: Buff-Barred Phylloscopus pulcher, Ashy-throated Phylloscopus maculipennis, Hume's Leaf Phylloscopus humei, Greenish Phylloscopus trochiloides en Grey-hooded Warbler Seicercus xanthoschistos. En dat is nog maar het begin want daarna zien we mixed flocks met Cutia Cutia nipalensis, White-browed Shrike Babbler Pteruthius flaviscapis, Black-headed Shrike Babbler Pteruthius rufiventer, Chestnut-tailed Minla Minla strigula en drie soorten fulvetta, waaronder Nepal Fulvetta Alcippe nipalensis. Het gaat allemaal razend snel zodat kijken en fotograferen eigenlijk niet mogelijk is. Iets verder weer Rusty-fronted Barwing Actinodura egertoni en Hoary-throated Barwing Actinodura nipalensis, hier de opmerking van Spierenburg tartend, dat deze soorten qua verspreiding niet of nauwelijks overlappen (Spierenburg, 2005, p. 304). Ook de laughingthrushes zijn goed vertegenwoordigd; naast de usual suspects zien we ook Chestnut-crowned Garrulax erythrocephalus en Striated Laughingthrush Garrulax striatus. Ook de yuhina's 'flocken': Striated Yuhina castaniceps, Whiskered Yuhina flavicollis en White-bellied Yuhina Yuhina zantholeuca zijn aanwezig. Sunbirds bevolken de wat meer open zones; we zien Mrs Gould's Aethopyga gouldiae, Green-tailed Aethopyga nipalensis en Fire-tailed Sunbird Aethopyga ignicauda. Ook de Fire-breasted flowerpecker Dicaeum ignipectus is er. Dichter bij de rivier, nabij het stromend water, maken Yellow-bellied Rhipidura hypoxantha en White-throated Fantail Rhipidura albicollis het verhaal compleet. Drie uur vogelen in Jigme Dorji levert ons 71 soorten op.
Striated Laughingthrush Garrulax striatus (Andrea van der Meer)
Yellow-bellied Fantail Rhipidura hypoxantha (Andrea van der Meer)
We vervolgen onze reis van Punakha via Wangdi Phodrang naar de Phobjikha Valley, de foothold van de Black-necked Crane. De route gaat langs Wangdi Phodrang en de Dang Chuu river, waarin we een Common Coot Fulica atra, een zeldzaamheid voor Bhutan in de winter, ontdekken. Ter plaatse zijn ook Common Greenshank Tringa nebularia en Little Ringed Plover Charadrius dubius aanwezig, onregelmatige wintergasten. De weg tussen Wangdi Phodrang en Pela La is, zo geeft Tshering aan, ideaal voor Ward's Trogon Harpactes wardi. Op een hem bekende noordhelling stoppen we en na vijf minuten wachten ontdekken we de vogel, een prachtige vrouw. Het zien van deze zeldzaamheid is een feeërieke ervaring, waarbij mij opvalt dat de vogel eerder paarsbruin overkomt, dan de bruine afbeeldingen in de literatuur. De buitenvlaggen van de staartpennen kleuren prachtig geel in het zonlicht dat tussen de bomen door komt. De vogel zit nooit hoger dan twee meter, is nieuwsgierig en goed te fotograferen. Rond de wortels van de boom waarin de vogel zich bevindt, scharrelt een aantal Plain-backed Thrushes Zoothera mollissima.
Ward's Trogon Harpactes wardi (Andrea van der Meer)
De thermiek rond de pas Pele La naar Phobji heeft kennelijk een onweerstaanbare aantrekkingskracht op Himalayan Griffon Gyps himalayensis, we ontdekken er vier. Een Upland Buzzard Buteo hemilasius wordt er eveneens door aangetrokken. Na de pas rijden we de sprookjesvallei van Phobjikha in. We maken een drie uur durende wandeling aan de noordzijde van de vallei, die gelijk goed start met de waarneming van een White-collared blackbird Turdus albocinctus. Olive-backed Pipit Anthus hodgsoni is goed vertegenwoordigd evenals de redstarts. In de eerste open zones na het bos ontdekken we direct Black-necked Crane Grus nigricollis, een groep van circa 30 vogels. Deze wereldwijd zeldzame kraanvogel nestelt in moerassen op het Tibetaans Plateau en overwintert in Oost-Tibet, Yunnan en Bhutan. De Phobjikha Valley is een van de weinige plekken op aarde waar de soort met zekerheid kan worden gezien. Tijdens ons verblijf tellen wij er op één dag grofweg 300 (circa 4% van de wereldpopulatie; Spierenburg, 2005). Wat opvalt is dat de vogels totaal niet schuw zijn voor de lokale bevolking (wel voor ons) en soms tot op tien meter de akkerbouwers naderen. Onze gidsen vertellen ons dat bij vertrek de vogels in grote groepen drie keer thermieken boven de Phobjikha Dzong (fort), alvorens over de Himalaya weg te vliegen. Zonder nu direct deze mythe te willen ontzenuwen, lijkt het mij wel de meest logische plek in de vallei om hoogte te krijgen.
Black-necked Crane Grus nigricollis (Andrea van der Meer)
Black-necked Crane Grus nigricollis (Andrea van der Meer)
's Ochtends voor vertrek uit de vallei zie ik vanuit het restaurant een zingende(!) Orange-flanked Bush Robin Tariger cyanurus en de Red-billed Choughs Pyrrhocorax pyrrhocorax en Russet Sparrows Passer rutilans, de dominante mus op deze hoogte, zijn vanaf de ochtendschemering actief. Met de harde geluiden van de roepende kranen rond ons heen rijden wij de schitterende vallei (jammer genoeg) weer uit.
Red-billed Chough Pyrrhocorax pyrrhocorax (Andrea van der Meer)
Russet Sparrow Passer rutilans (Andrea van der Meer)
Black Mountains / Zhemgang / Royal Manas National Park
We vervolgen onze weg via Trongsa naar het zuiden. We hebben specifiek voor Zhemgang en Royal Manas National Park gekozen, vanwege het samen komen van wintergasten en 'hoogte-migranten' in deze zone. Het gebied is daarmee enigszins vergelijkbaar met Bardia of Chitwan in de terai-zone van Nepal. Onderweg stoppen wij bij een bekende Rock Bee Apis dorsata kolonie in de hoop de zeldzame Yellow-rumped Honeyguide Indicator xanthonotus te zien, wat in deze periode niet zeker is. Uit de auto stappend zien we de vogel direct. Ik begrijp de kijkpositie van Tshering's telescoop niet, tot dat ik door heb dat hij naar een andere vogel zit te kijken dan ik. We zien man en vrouw, een absoluut unicum!
Yellow-rumped Honeyguide Indicator xanthonotus (Andrea van der Meer)
Black-Mountain National Park en Royal Manas National Park is een uitgestrekt aaneengesloten berg- en bosreservaat met weinig bevolking en autoverkeer. Onderweg zien en fotograferen we de bedreigde Golden Langur Trachypitecus geei, die alleen in deze zone in Bhutan en in het aangrenzende India voorkomt. We hebben ons zeer verheugd op Manas (waar ik de familie tijgers, neushoorns en olifanten heb beloofd), maar bij aankomst blijkt dat wij slechts het noordelijk deel van het park kunnen bezoeken, omdat de kern van het gebied alleen via India is te bereiken, Dat zou anderhalve dag extra reizen betekenen (en weer terug), wat binnen onze vakantieperiode niet haalbaar is. Het korte verblijf in 'Manas-Noord' maakt echter veel goed. Onmiddellijk valt het subtropische karakter van de vogelpopulatie op, want na een koud nachtje kamperen zien we Great Hornbill Buceros bicornis en een trio drongo's: Ashy Dicrurus leucophaeu, Bronzed Dicrurus aeneus en Lesser Racket-tailed Drongo Dicrurus remifer. Ook ter plaatse zijn Maroon Oriole Oriolus trallii, Blue-throated Barbet Megalaima asiatica en Lesser Yellownape Picus chlorolophus. De Mangde Chhu River is goed voor alle forktails: we zien Black-backed Enicurus immaculatus, Slaty-backed Enicurus schistaceus en Little Forktail Enicurus scouleri. De zeldzaamheden Lesser Rufous-headed Parrotbill Paradoxornis atrosuperciliaris en White-hooded Babbler Gampsorhunchus rufulus in één bamboestruik, maken een onvergetelijke vakantie helemaal af! Tshering geeft nog aan dat de laatsten in de andere seizoenen nauwelijks worden gezien, wat er extra voor pleit om naar het prachtige Bhutan in de winter te reizen.
Golden Langur Trachypitecus geei (Andrea van der Meer)
Maroon Oriole Oriolus traillii (Andrea van der Meer)
Literatuur
Brown, L. e.a. (2007), Lonely Planet Bhutan
Grimmett, R., C. Inskipp. R. Inskipp (2000), Birds of Nepal
Hirschfeld, E. (ed.; 2008), Rare Birds Yearbook 2009
Inskipp, C., T. Inskipp. R. Grimmett (1999), Birds of Bhutan
Mittermeier, R.A. (ed.; 2013), Handbook of The Mammals of the World 3. Primates
Spierenburg, P. (2005), Birds of Bhutan, Status and distribution
Rasmussen, P.C., J.C. Anderton (2005), Birds of South Asia, The Ripley Guide, Vol 1: Field Guide (dit boek zeker meenemen, omdat Inskipp inmiddels niet meer alle soorten van Bhutan dekt!)
Jurgen van der Meer
Discussie
Lieven De Temmerman
·
9 February 2015 20:20, gewijzigd 9 February 2015 20:28
Peter Logtmeijer
·
10 February 2015 08:02
Jelle Scharringa
·
10 February 2015 08:59
Jurgen van der Meer
·
11 February 2015 13:36
Tammo Meijer
·
11 February 2015 20:29
Gebruikers van het forum gaan akkoord met de forumregels.