Dutch Birding jaargang 31 nummer 1, 2009
CoverScopoli's Shearwater · Calonectris diomedeaRoland Jansen |
|
Artikelen / papers | |
1 - 16 |
Albatross mandible at archeological site in Amsterdam, the Netherlands, and WP records of Diomedea albatrosses
Edward Soldaat, Mardik F Leopold, Erik H Meesters & Christopher J R Robertson Archeologische vondst van albatrossnavel in Amsterdam en WP-gevallen van Diomedea-albatrossenIn oktober 1977 werd bij graafwerkzaamheden voor een nieuwe metrolijn in Amsterdam, Noord-Holland, een deel van een albatrossnavel gevonden op een diepte van c 5 m. De locatie, schuin tegenover het Centraal Station is een oude havenbodem van het IJ aan de voet van het voormalige bolwerk Camperhooft. Ten tijde van de Vereenigde Oostindische Compagnie (VOC) en de vroege stoomvaart was dit het centrum van de Nederlandse handelsvaart. In 1876 werd de locatie volgestort met stads- en scheepsafval en afgedekt met zand voor de aanleg van onder andere het Centraal Station. De snavel bevindt zich in de collectie van de Dienst Monumenten & Archeologie van de gemeente Amsterdam en werd aanvankelijk gelabeld als \'grote meeuw\'. Expositie van deze snavel, bijna 30 jaar later, vormde de aanleiding tot nader onderzoek naar de identiteit en mogelijke herkomst. Vergelijking met skeletmateriaal uit diverse collecties en van verschillende vogelsoorten toonde aan dat het om een bovensnavel van een van de \'grote albatrossen\' Diomedea gaat. Andere albatrossoorten konden worden uitgesloten, evenals een paleontologische vondst. De datering is problematisch omdat een onduidelijke bodemstratificatie onvoldoende aanknopingspunten biedt door een mix van materiaal uit verschillende periodes. Datering met behulp van C14 is onbetrouwbaar vanwege het \'Mariene Reservoireffect\' dat afwijkingen tot 400 jaar met zich meebrengt bij dit soort materiaal. Op grond van de bekende gegevens is geconcludeerd dat snavel tussen de 15e en de 19e eeuw op de vindplaats terecht is gekomen. Voor een goede determinatie biedt een bovensnavel zonder hoornlaag beperkte mogelijkheden tot biometrische vergelijking. Om toch tot een nadere identificatie te komen zijn van alle Diomedea-taxa van bekende herkomst de snavelmaten (culmenlengte en breedte aan de basis) met elkaar vergeleken (waarbij een taxonomie met zeven Diomedea-soorten wordt gehanteerd: vijf \'wandering\' en twee \'royal\'). De Amsterdamse snavel blijkt precies in het overlapgebied te vallen van meerdere soorten. Een nauwkeurige determinatie is daarom niet mogelijk. Alleen Zuidelijke Koningsalbatros D epomophora valt met zekerheid af. Statistische analyse wijst een vrouwtje Noordelijke Koningsalbatros D sanfordi als meest waarschijnlijke kandidaat aan, maar ook Grote Albatros D exulans en Tristanalbatros D dabbenena zijn goede kandidaten, terwijl nog drie andere soorten, inclusief Amsterdameilandalbatros D amsterdamensis tot de mogelijkheden behoren. In de toekomst, wanneer technieken om \'oud\' DNA te onderzoeken zijn verbeterd, biedt een DNA-analyse wellicht een sluitende determinatie. Om de vondst in een historische context te plaatsen is een overzicht gemaakt van gevallen en meldingen uit Europa en Noordwest-Afrika en is gekeken naar de geschiedenis van de Amsterdamse haven, de scheepvaart in de onderhavige periode en de interacties tussen zeelieden en albatrossen. Sinds een vorig overzicht (Bourne 1967, 1992) zijn enkele nieuwe gevallen bekend geworden en een eerder gemist geval werd ontdekt (Hull). De beschrijvingen van de oude gevallen zijn waar mogelijk geverifieerd. Hierbij is van twee vogels waarvan de snavel bewaard is gebleven (Marokko en Blankenberge, West-Vlaanderen, België) de identiteit vastgesteld op grond van biometrisch onderzoek en uiterlijke kenmerken. Beide bleken echter een beschadiging aan de snavelpunt te vertonen die erop wijst dat ze met een haak zijn gevangen. Een dergelijke beschadiging is afwezig bij de vogel (dabbenena) die op 4 oktober 1957 op Sicilië, Italië, werd verzameld. Van een groot deel van de gevallen mag op grond van vindplaats en omstandigheden worden aangenomen dat zeevarenden de hand hebben gehad in de verschijning op het Noordelijk Halfrond. De scheepsbewegingen uit de VOC-tijd en later voerden langs vrijwel alle broedplaatsen van \'grote albatrossen\' en het vangen en doden van albatrossen kwam veelvuldig voor. Daarom is het waarschijnlijk dat ook de Amsterdamse albatros niet op eigen kracht Nederland heeft bereikt.
|
17 - 19 |
Kumliens Meeuw op Terschelling in januari 2005
Martijn Bunskoek, Enno B Ebels & Rik Winters Kumlien\'s Gull on Terschelling in January 2005On 30 January 2005, a second-winter Kumlien\'s Gull Larus glaucoides kumlieni was observed and photographed on the beach at West aan Zee, Terschelling, Friesland, the Netherlands. This is the first record of this taxon for the Netherlands and for the southern North Sea region; the second was an adult in Belgium in January 2008. Martijn Bunskoek, Rijnlaan 225, 8032 MZ Zwolle, Nederland (bunskoekoek@@yahoo.co.uk) |
20 - 23 |
‘Southern skua’ off La Palma, Canary Islands, in October 2005
Edwin Winkel \'Zuidelijke grote jager\' bij La Palma, Canarische Eilanden, in oktober 2005Tijdens een pelagische tocht op 6 oktober 2005 voor de westkust van La Palma, Canarische Eilanden, maakte ik foto\'s van een jager Stercorarius die ik ter plaatse determineerde als Grote Jager S skua. \'s Avonds, bij het bekijken en uitzoeken van de foto\'s, zag ik echter dat de egaal lichte onderzijde, zwartachtige en relatief smalle vleugels, verhoudingsgewijs kleine kop en snavel en licht wigvormige staart niet pasten bij deze soort en meer van toepassing waren op Zuidpooljager S maccormicki. Na thuiskomst in Nederland stuurde ik foto\'s op naar enkele jagerkenners. Op basis van hun bevindingen kon ik concluderen dat de waargenomen jager een vogel van het zuidelijk halfrond was, hoogstwaarschijnlijk een Zuidpooljager maar een Subantarctische Grote Jager S antarcticus viel niet uit te sluiten. Het belangrijkste argument voor het predikaat \'zuidelijke grote jager\' was het ruipatroon. Zowel Zuidpooljager als Subantarctische Grote Jager voltooien de handpenrui tussen juli en oktober, terwijl Grote Jager dat doet tussen januari en april. Op de foto\'s is te zien dat de buitenste handpen (p10) nog groeit, wat diagnostisch is voor een zuidelijke komaf. Aanvullende argumenten voor Zuidpooljager (en tegen Grote Jager) zijn het ontbreken van roodbruine tekening op kop en bovendelen en de egaal zwarte ondervleugel. Subantarctische Grote Jager zou waarschijnlijk een forsere snavel tonen maar kan op basis van de huidige kennis niet met zekerheid worden uitgesloten; vooralsnog zijn er geen diagnostische veldkenmerken voor het onderscheiden van deze twee soorten bekend. De meeste juveniele en onvolwassen Zuidpooljagers trekken ieder jaar met de klok mee over de Stille en Atlantische Oceaan en overschrijden daarbij ruim de evenaar. Van Subantarctische Grote Jager wordt aangenomen dat deze grotendeels in de buurt van de broedgebieden op het zuidelijk halfrond blijft maar er zijn enkele meldingen verder noordelijk. De vogel van La Palma is daarom gedetermineerd als \'zuidelijke grote jager\'. De Spaanse zeldzaamhedencommissie heeft deze bevinding overgenomen en de vogel van La Palma geaccepteerd als de eerste Zuidpooljager/Subantarctische Grote Jager voor de Canarische Eilanden en Spanje. Edwin Winkel, Het Laar 217, 7414 BP Deventer, Netherlands |
24 - 27 |
Western Palearctic list updates: Cape Petrel
Marcel Haas & Pierre-André Crochet |
28 |
Frigatebird off Sardinia, Italy, in 1967-68 and records in Mediterranean
Marcello Grussu |
28 |
Leucistic Common Tern at Swinoujscie, Poland, in August 2008
Lukasz Lawicki & Tomasz Grabowski |
29 - 31 |
Eyebrowed Thrush at Merzouga, Morocco, in December 2008
Ronald Messemaker |
32 - 33 |
Koolmezen met afwijkend verenkleed in Zuid-Holland in 2006-09
Harvey van Diek Aberrant Great Tits in Zuid-Holland in 2006-09From 22 November 2008 into 2009, an aberrant Great Tit Parus major was observed at Krimpen aan den IJssel, Zuid-Holland, the Netherlands. Compared with normal birds, it was much darker overall, with a completely dark head, darker upperparts and wing (without pale wing-bar), broader dark belly-stripe and dirty greenish-yellow underparts. In consecutive winters from 2006/07 to 2008/09, a bird with similar plumage has been visiting a garden in Rotterdam-Overschie, Zuid-Holland (c 15 km from Krimpen aan den IJssel). These dark plumages are considered to be the result of melanism. Similar \'black-headed\' Great Tits have also been reported in Surrey, England, since 1940. Harvey van Diek, Prins Willem Alexanderstraat 53, 6576 BL Ooij, Nederland |
Aankondigingen & verzoeken / announcements & requests | |
34 | Palmyra Society for the Protection of Environment and Wildlife |
Redactiemededelingen | |
35 - 37 | Naamgeving van taxa in Dutch Birding [Taxa names in Dutch Birding] |
30 jaar Dutch Birding | |
38 - 42 |
30 jaar Dutch Birding: 2008, aanvullingen en correcties
G J (Hans) ter Haar 30 years Dutch Birding: 2008, additions and correctionsThis paper looks back at the Dutch birding year 2008 (which was only briefly dealt with in the previous issue) and gives some additions and corrections to the series of six papers describing 30 years of Dutch Birding. 2008 was an average year with c 358 species but for the first time since 1969 (!) no new taxon was added to the Dutch list. The best bird of the year was a Eurasian Pygmy Owl Glaucidium passerinum in February (third and first twitchable, followed by the fourth (found dead) in October). Other good records were two successful breeding records of Boreal Owl Aegolius funereus (five young, of which at least three did not survive), European Scops Owl Otus scops (eighth, second twitchable), Audouin\'s Gull L audouinii (second), Alpine Accentor (fifth), three Paddyfield Warblers Acrocephalus agricola (two in spring and one in autumn), Citrine Wagtail Motacilla citreola, Booted Warbler A caligatus, two Pied Wheatears Oenanthe pleschanka, three Olive-backed Pipits Anthus hodgsoni, three Red-flanked Bluetails (two trapped and one found dead), Siberian Stonechat Saxicola maurus, Gyr Falcon Falco rusticolus (third twitchable), Snowy Owl Bubo scandiacus and the largest invasion since 1991 of Spotted Nutcrackers Nucifraga caryocatactes, with a few 10s of birds. The year ended with an escaped (ringed) Oriental Turtle Dove Streptopelia orientalis (not yet on the Dutch list)... The year list attempt failed to set a new record, which still stands at 339. Alwin Borhem reached at least 337 and could reach 339 depending on decisions to be made by the Dutch rarities committee. On 1 January 2009, the number one position of the Dutch ranking was shared by Klaas Eigenhuis, Gerard Steinhaus and Aart Vink, each with 453 species, thanks to the upgrading of Moltoni\'s Subalpine Warbler Sylvia subalpina (formerly S cantillans moltonii) to species level (seen by Klaas and Aart). |
CDNA-mededelingen | |
43 |
Recente CDNA-besluiten
CDNA |
Masters of mystery | |
44 - 45 |
Solutions of sixth round 2008: Sykes's Warbler and Red-backed Shrike
Rob S A van Bemmelen, Dick Groenendijk & Jan Eerbeek |
Corrigenda | |
46 |
Corrigenda
Redactie Dutch Birding |
Recensies / reviews | |
47 |
Gulls of the Americas by Steve N G Howell & Jon Dunn
Peter Adriaens |
48 |
Caribbean Bird Song: Puerto Rico south to Grenada, with the Bahamas, Caymans and San Andrés (three CDs) by Mark W Oberle
Arnoud B van den Berg |
48 |
Vogels van België en Nederland (MP3-CD) by Peter Boesman
Arnoud B van den Berg |
48 |
Identification guide to North American birds. Part II. Anatidae to Alcidae by Peter Pyle
Arnoud B van den Berg |
49 |
Frontiers in birding by Martin Garner & friends
Enno B Ebels |
WP reports | |
50 - 59 |
Decmber 2008–mid-January 2009
Arnoud B van den Berg & Marcel Haas |
Recente meldingen / recent reports | |
60 - 70 |
Nederland: november-december 2008
Roy Slaterus & Vincent van der Spek |
DB actueel | |
71 - 76 | More recently described bird species; Toendraslechtvalk geringd bij Darisdonk [Tundra Peregrine Falcon]; Bruine Lijster in Erezée [Dusky Thrush]; Dikbekfuut bij Kluizen [Pied-billed Grebe] |
DBA nieuws | |
77 - 78 | Dutch Birding-vogeldag grensverleggend |